ECLI:NL:GHAMS:2016:2636
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanvaarding van noodweer bij mishandeling leidt tot vrijspraak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 september 2014. De verdachte was beschuldigd van mishandeling van de aangever op 13 oktober 2013 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het slaan en schoppen van de aangever, wat leidde tot letsel en pijn. Tijdens de zitting in hoger beroep op 21 juni 2016 heeft het hof het dossier en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw in overweging genomen.
Het hof heeft vastgesteld dat er een confrontatie heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en de aangever, waarbij de verdachte de aangever heeft geslagen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte van alle rechtsvervolging wordt ontslagen. Het hof is van oordeel dat de verdachte heeft gehandeld uit noodzakelijke verdediging tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door de aangever. Hierdoor komt de verdachte een beroep op de rechtvaardigingsgrond noodweer toe, wat betekent dat de wederrechtelijkheid aan zijn gedraging ontbreekt.
Als gevolg hiervan heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde mishandeling. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 5 juli 2016.