Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
3.Beslissing
12 juli 2016voor opgave verhinderdata aan beide zijden in verband met de dagbepaling van de comparitie van partijen;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om de aansprakelijkheid van een fiscaal adviseur, [geïntimeerde] B.V., jegens de appellante, [appellante]. De appellante heeft in hoger beroep een akte uitlating ingediend, waarin zij haar schade als gevolg van het advies van [geïntimeerde] heeft gepresenteerd. Het hof had eerder op 10 november 2015 een tussenarrest uitgesproken, waarin werd vastgesteld dat [geïntimeerde] had nagelaten de appellante te waarschuwen voor de zorgelijke financiële situatie van de eenmanszaak van haar echtgenoot. Dit leidde tot de conclusie dat [geïntimeerde] aansprakelijk was voor de schade die de appellante had geleden door het ontoereikende advies.
In het vervolg van de procedure heeft de appellante haar schade berekend op basis van de jaarrekening van de eenmanszaak. De appellante stelde dat de totale zakelijke schuld € 441.056,- bedroeg, terwijl de baten € 244.937,- waren. Dit leidde tot de conclusie dat de appellante een schuld van € 196.119,- had, die niet voor haar rekening zou zijn gekomen indien zij de nalatenschap niet had aanvaard. De [geïntimeerde] B.V. betwistte echter de berekening van de appellante en stelde dat deze was gebaseerd op verkeerde uitgangspunten.
Het hof oordeelde dat de akte van de appellante onvoldoende informatie bevatte om de geleden schade te begroten. Het hof benadrukte dat voor de schadebegroting een vergelijking moest worden gemaakt tussen de financiële situatie van de appellante met en zonder de beroepsfout van [geïntimeerde]. Het hof gelastte een comparitie van partijen om verdere inlichtingen te verkrijgen over de schade en de financiële situatie van de appellante. De zaak werd aangehouden voor verdere beslissing.