ECLI:NL:GHAMS:2016:2355
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van klacht tegen gerechtsdeurwaarder
In deze zaak heeft klager op 22 januari 2016 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam van 10 november 2015, waarin zijn klacht tegen de gerechtsdeurwaarder als kennelijk ongegrond was afgewezen. De kamer had eerder op 30 juni 2015 de klacht van klager afgewezen, waarna klager verzet heeft ingesteld. De kamer verklaarde klager echter niet-ontvankelijk in zijn verzet. De gerechtsdeurwaarder voerde in hoger beroep aan dat klager niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep, omdat hij te laat was met het indienen van zijn beroepschrift en omdat er geen rechtsmiddel openstond tegen de beslissing van de kamer op het verzet. Het hof heeft de ontvankelijkheid van klager in het hoger beroep beoordeeld en vastgesteld dat klager inderdaad te laat was met het indienen van zijn beroepschrift. Klager had de beslissing van de kamer op 13 november 2015 ontvangen, maar diende zijn beroepschrift pas op 22 januari 2016 in, wat na de beroepstermijn was. Het hof oordeelde dat de door klager aangevoerde redenen voor de termijnoverschrijding niet verschoonbaar waren. Het hof concludeerde dat klager niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep en bevestigde de beslissing van de kamer.