ECLI:NL:GHAMS:2016:2348

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 juni 2016
Publicatiedatum
22 juni 2016
Zaaknummer
200.157.282/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake deponering van het onderzoeksverslag en ter inzage voor belanghebbenden in een ondernemingsrechtelijke zaak

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 21 juni 2016, wordt de procedure rondom het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap ZED+ besproken. De verzoeksters, Bambalia Limited en Gelvaser Investments Limited, hebben een verzoek ingediend dat leidt tot een onderzoek naar de gang van zaken binnen ZED+. Dit onderzoek is eerder bevolen in beschikkingen van de Ondernemingskamer, waarbij verschillende tijdelijke bestuurders zijn benoemd en ontheven. De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van het onderzoeksverslag en de bijlagen, die op 20 juni 2016 zijn ingediend. De Ondernemingskamer heeft besloten dat het verslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden, zoals voorgeschreven in artikel 2:353 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend. De uitspraak is gedaan door een panel van rechters, waaronder de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.157.282/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 juni 2016
1. de rechtspersoon naar het recht van Cyprus
BAMBALIA LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
2. de rechtspersoon naar het recht van Cyprus
GELVASER INVESTMENTS LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. J.H. Lemstraen
mr. T. Salemink, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZED+ B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. M.H.C. Sinninghe Damstéen
mr. E.N. de Jong, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de rechtspersoon naar het recht van Luxemburg
WISDOM ENTERTAINMENT S.A.R.L.,
gevestigd te Luxemburg, Luxemburg,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. T. de Waarden
mr. E.J. Cornelissen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de rechtspersoon naar het recht van Spanje
TORREAL S.A.,
gevestigd te Madrid, Spanje,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. C.C.A. van Rest,
mr. M.H.R.N.Y Cordeweneren
mr. D.T. Schuringa, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIMPELCOM HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. R.G.J. de Haanen
mr. S.B. Garcia Nelen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
4. de rechtspersoon naar het recht van Spanje
PLANETA CORPORACIÓN S.L.,
gevestigd te Barcelona, Spanje,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.W.E. Eversen
mr. S.E.M. Meijneke, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

5 [A] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
e n t e g e n

6 [B] ,

wonende te [....] ,

7 [C] ,

wonende te [....] ,

8 [D] ,

wonende te [....] ,

9 [E] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
e n t e g e n

10 [F] ,

wonende te [....] ,

11 [G] ,

wonende te [....] ,

12 [H] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. T.S. Jansen, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

13 [I] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
e n t e g e n

14 Frank Herbert SCHREVE,

wonende te Naarden,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.I. Loosen, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen die in deze beschikking voorkomen worden hierna als volgt aangeduid:
verzoeksters gezamenlijk als Bambalia c.s.;
verweerster als ZED+;
belanghebbende sub 1 als Wisdom;
belanghebbende sub 5 als [A] ;
belanghebbende sub 12 als [H] ;
belanghebbende sub 14 als Schreve.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 27 november 2014, 3 december 2014, 16 december 2014, 13 februari 2015, 26 november 2015, 3 december 2015, 30 december 2015 en 18 februari 2016, alsmede naar de beschikkingen van de raadsheer-commissaris in deze zaak van 31 maart 2016 en 10 juni 2016.
1.3
Bij de beschikkingen van 27 november 2014, 3 en 16 december 2014 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ZED+, mr. E. Hammerstein en mr. drs. F.A.L. van der Bruggen RA benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding mr. P.N. Wakkie (hierna: Wakkie) benoemd tot bestuurder met doorslaggevende stem, een nader aan te wijzen en bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van ZED+ (hierna: de tweede tijdelijk bestuurder) en Schreve benoemd tot commissaris van ZED+, met doorslaggevende stem.
1.4
Bij de beschikking van 13 februari 2015 heeft de Ondernemingskamer - op het door partijen ondersteunde verzoek van Wakkie - mr. S.N. Schat (hierna: Schat) aangewezen als tweede tijdelijk bestuurder van ZED+ zoals bedoeld in de beschikking van 27 november 2014.
1.5
Op verzoek van ZED+ en Schat heeft de Ondernemingskamer bij beschikking van 30 december 2015 Schat ontheven uit de functie van tweede tijdelijk bestuurder van ZED+.
1.6
Bij de beschikking van 18 februari 2016 heeft de Ondernemingskamer de bij de beschikking van 27 november 2014 getroffen onmiddellijke voorziening bestaande uit de benoeming van een tweede tijdelijk bestuurder van ZED+ beëindigd en bij wijze van onmiddellijke
voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding [A] geschorst als bestuurder van ZED+.
1.7
Bij de beschikking van 31 maart 2016 heeft de raadsheer-commissaris het verzoek van Wisdom om de onderzoekers op de voet van artikel 2:350 lid 4 BW een aanwijzing te geven over de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd “
met name ten aanzien van de Russische activiteiten”, afgewezen.
1.8
Bij de beschikking van 13 juni 2016 heeft de raadsheer-commissaris een aanwijzing gegeven aan de onderzoekers op de wijze als nader beschreven in die beschikking.
1.9
Bij brief van 20 juni 2016 heeft de onderzoeker het verslag (met bijlagen) aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.1
De griffier heeft het verslag met bijlagen heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer heeft kennis genomen van het verslag (met bijlagen) van het onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, ziet de Ondernemingskamer aanleiding om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag met bijlagen van het bij de beschikking van 27 november 2014 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van ZED+, gevestigd te Amsterdam, ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en dr. P.M. Verboom en drs. M.A. Scheltema, raden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 21 juni 2016.