Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.COLTEX B.V.,
DIDI HUUR B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
f52.500,-. De garantie werd afgegeven voor de nakoming van de verplichtingen van Coltex.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot wijziging van een huurovereenkomst, ingediend door Stichting Erjeebee tegen Coltex B.V. en Didi Huur B.V. De vordering was gebaseerd op artikel 2:334r van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een overeenkomst te wijzigen of te ontbinden indien deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet ongewijzigd in stand kan blijven als gevolg van een juridische splitsing. De appellant, Erjeebee, stelde dat de splitsing van Coltex in verschillende vennootschappen haar in een nadeliger positie had gebracht, waardoor de huurovereenkomst niet ongewijzigd kon blijven. De kantonrechter had eerder deze vordering afgewezen, en het hof bevestigde deze beslissing. Het hof oordeelde dat Erjeebee onvoldoende had onderbouwd dat haar verhaalspositie was verslechterd door de splitsing. De juridische splitsing was een instrument dat vennootschappen in staat stelt hun organisatie te herstructureren zonder dat de medewerking van contractspartners vereist is. Het hof concludeerde dat de enkele omstandigheid dat de verkrijgende vennootschap minder verhaal biedt dan de splitsende vennootschap niet voldoende was om de overeenkomst te wijzigen. De vordering van Erjeebee werd afgewezen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij Erjeebee werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.