ECLI:NL:GHAMS:2016:2142
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.F.A.M. Graafland-Verhaegen
- G.B.C.M. van der Reep
- L.M. Coenraad
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling van minderjarige in het kader van gezinsopname
In deze zaak gaat het om de bekrachtiging van een beschikking van de kinderrechter die een minderjarige onder toezicht heeft gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing heeft verleend. De ouders, appellanten in deze zaak, zijn in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de kinderrechter van 21 december 2015. De kinderrechter had geoordeeld dat de minderjarige, geboren in 2014, ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat er toereikende gronden zijn voor een ondertoezichtstelling. De ouders hebben sinds de geboorte van de minderjarige intensief contact met hem gehouden, maar zijn niet in staat gebleken om voor hem te zorgen vanwege ernstige psychiatrische problematiek van de moeder en de laagbegaafdheid van de vader. De Raad voor de Kinderbescherming heeft de uithuisplaatsing aangevraagd, en de kinderrechter heeft deze aanvraag goedgekeurd, met de verwachting dat er een gezinsopname zou plaatsvinden. Het hof heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de gronden voor de uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn. De ouders hebben in hoger beroep betoogd dat er geen zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige, maar het hof heeft deze visie niet gedeeld. De ouders hebben onvoldoende inzicht in hun eigen problematiek en zijn niet in staat om de noodzakelijke hulpverlening te accepteren. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat.