Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 9 mei 2010 tot en met 5 maart 2013 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een of meer tuinhuis(jes) op de
hij in of omstreeks de periode vanaf 12 mei 2010 tot en met 13 mei 2010 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een tuinhuisje op de [adres 2] weg te nemen enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat tuinhuis te verschaffen en / of die / dat weg te nemen goed onder zijn / hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en / of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een ruit heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in of omstreeks de periode vanaf 12 mei 2010 tot en met 13 mei 2010 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een tuinhuisje op de [adres 2], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door deze in te slaan.
Vonnis waarvan beroep
Ter terechtzitting gevoerde verweren
matchtussen de in die tuinhuisjes aangetroffen en onderzochte biologische sporen en het in de Nederlandse DNA-databank opgenomen DNA-profiel van de verdachte.
matchtmet het DNA-profiel van de verdachte niet zonder meer betekent dat het de verdachte moet zijn geweest die de desbetreffende inbraken heeft gepleegd. Daarvoor is mede bepalend wat de aard van het spoor is, op welke specifieke plaats het spoor is aangetroffen en of aangenomen moet worden dat het spoor daar door de dader is achtergelaten. Het hof constateert dat in een aantal van de onderhavige tuinhuisjes een spoor is aangetroffen op een verplaatsbaar object, te weten een sigarettenpeuk of een bierblikje, dat zich kennelijk voorafgaand aan de inbraak nog niet in het desbetreffende tuinhuisje bevond.
matchziet op sporen die zijn aangetroffen op peuken op een kleed in het tuinhuisje, terwijl tevens bloed is aangetroffen en bemonsterd waarvan het DNA-profiel niet
matchtmet het DNA-profiel van de verdachte. Er is geen aanvullend bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte. Daarom is niet uit te sluiten dat een ander of anderen dan de verdachte de tenlastegelegde diefstal met braak heeft/hebben gepleegd, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
matchbetrekking heeft op een spoor dat is aangetroffen op een bierblikje in een wandkast in het tuinhuisje. Uit het dossier blijkt dat dit blikje zich voorafgaand aan de inbraak nog niet in het huisje bevond, zodat niet onomstotelijk vast staat dat dit een daderspoor betreft. Aanvullend bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte ontbreekt.
matchziet op een spoor dat is aangetroffen op een sigarettenpeuk op de tafel in het tuinhuisje. Ook hier ontbreekt aanvullend bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte en staat niet onomstotelijk vast dat het een daderspoor betreft.
matchziet op een bloedspoor dat is aangetroffen op een keukenkastdeur in het tuinhuisje. Hierdoor staat niet alleen vast dat de verdachte in het tuinhuisje is geweest, maar bovendien dat hij in aanraking is gekomen met een keukenkastdeur, terwijl blijkens de aangifte de keukenkasten kennelijk zijn doorzocht. Naar het oordeel van het hof is het bloedspoor derhalve een daderspoor. Voorts ontbreekt enige aanwijzing dat een ander dan de verdachte in het tuinhuisje is geweest. Aldus kan het naar het oordeel van het hof niet anders zijn dan dat de verdachte dat spoor heeft achtergelaten nadat hij de ruit van de schuifpui van het tuinhuisje heeft vernield en hij zich kennelijk heeft verwond aan het glas.
matchziet op een bloedspoor dat is aangetroffen op een keukenkastplank in het tuinhuisje. Hierdoor staat niet alleen vast dat de verdachte in het tuinhuisje is geweest, maar bovendien dat hij in aanraking is gekomen met de plank van een keukenkast, terwijl blijkens het proces-verbaal van bevindingen (doorgenummerde dossierpagina 117) onder meer levensmiddelen zijn ontvreemd. Naar het oordeel van het hof is het bloedspoor derhalve een daderspoor. Voorts ontbreekt iedere aanwijzing dat een ander dan de verdachte in het tuinhuisje is geweest. Aldus kan het naar het oordeel van het hof niet anders zijn dan dat de verdachte dat spoor heeft achtergelaten nadat hij het keukenraam had vernield en hij zich kennelijk heeft verwond aan het glas.
matchtmet het DNA-profiel van de verdachte, acht het hof het buiten redelijke twijfel dat het de verdachte is geweest die zich de toegang heeft verschaft tot dit tuinhuisje en de poging tot diefstal heeft gepleegd.
Bewezenverklaring
hij in de periode vanaf 11 mei 2010 tot en met 7 april 2012 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in tuinhuisjes op de
hij in de periode vanaf 12 mei 2010 tot en met 13 mei 2010 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een tuinhuisje op de [adres 2] weg te nemen enig goed, toebehorende aan [slachtoffer 6] en zich daarbij de toegang tot dat tuinhuis te verschaffen door middel van braak, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
matchvan het uit verschillende onderzochte biologische sporen verkregen DNA-profiel met het DNA-profiel van de verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) dagen.
31 (eenendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.