ECLI:NL:GHAMS:2016:2053
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onrechtmatige daad en beslaglegging door bank
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 3 februari 2015, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellant] en ABN AMRO Bank N.V. over de uitkering van een bedrag dat door de bank aan een derde is betaald, terwijl er een beslag op dat bedrag was gelegd door [appellant]. Het hof heeft vastgesteld dat de bank niet onrechtmatig heeft gehandeld door de uitkering aan de derde te doen, omdat er geen vordering van [appellant] op de bank bestond die beslaglegging mogelijk maakte. Het hof heeft de eisvermeerdering van [appellant] toegelaten, maar heeft geoordeeld dat de bank niet aansprakelijk is voor de schade die [appellant] stelt te hebben geleden door het niet eerder informeren over de uitkering. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder beslag kan worden gelegd en de verantwoordelijkheden van de bank in dergelijke situaties.