ECLI:NL:GHAMS:2016:2046
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van een minderjarige baby in het kader van gezinsproblematiek en verslavingsproblematiek van de moeder
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van een zes weken oude baby, [minderjarige], die geboren is uit de relatie van de moeder en de vader. De moeder is belast met het gezag over de minderjarige. De kinderrechter in de rechtbank Amsterdam heeft eerder een verzoek tot uithuisplaatsing afgewezen, maar heeft de moeder wel onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling (GI) voor een periode van een jaar. De GI heeft in hoger beroep verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige, omdat de moeder niet in staat zou zijn om de zorg voor het kind op zich te nemen, gezien haar verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek. De moeder heeft in het verleden meerdere keren te maken gehad met uithuisplaatsingen van haar oudere kinderen en heeft recentelijk een kans gekregen om de zorg voor [minderjarige] op zich te nemen, maar heeft zich niet aan de voorwaarden gehouden.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de GI betoogd dat het in het belang van de minderjarige is dat de uithuisplaatsing wordt voortgezet, terwijl de moeder en de vader verweer hebben gevoerd en hebben gepleit voor terugplaatsing van de minderjarige bij de moeder. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de GI toe te wijzen. Het hof heeft overwogen dat de moeder niet in staat is gebleken om de voorwaarden na te leven en dat er onvoldoende vertrouwen is dat er een stabiele situatie voor de minderjarige zal ontstaan. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking vernietigd en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van zes maanden, tot 13 oktober 2016.