Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
[appellante sub 2],
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling
grief 1faalt.
grief 2moet worden verworpen.
grief 3evenmin kan slagen.
grief 4moet worden verworpen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, [appellant sub 1] en [appellante sub 2], tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De kantonrechter had op 21 december 2015 in kort geding geoordeeld dat de appellanten ontruimd moesten worden uit de door hen gehuurde woning, op basis van wanprestatie, onrechtmatige ingebruikgeving aan derden en overlast. De appellanten hebben in hoger beroep de grieven ingediend en verzocht om schorsing van de ontruiming totdat het hof arrest zou wijzen. De zaak is ter zitting behandeld op 25 april 2016, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende aannemelijkheid is dat er overlast is veroorzaakt door derden die in de woning verbleven, en dat er sprake is van onrechtmatige bewoning door [appellante sub 2]. Het hof heeft de grieven van appellanten verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. De appellanten zijn veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.