ECLI:NL:GHAMS:2016:1963
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging en medeplegen mishandeling na gebrek aan bewijs van wezenlijke bijdrage
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 15 oktober 2015. De verdachte was beschuldigd van openlijke geweldpleging en medeplegen van mishandeling, gepleegd op 24 juni 2014 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte verschillende gewelddadige handelingen tegen de slachtoffers, waaronder het duwen, slaan en vastpakken. Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 april 2016 heeft het hof de camerabeelden bekeken en de verklaringen van de betrokkenen gehoord. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte een wezenlijke bijdrage had geleverd aan de geweldshandelingen. De verklaringen van de getuigen waren niet consistent en de beelden toonden geen overtuigend bewijs van de betrokkenheid van de verdachte. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding had geëist, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen.