3.2.Samengevat weergegeven gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.Klager en zijn toenmalige echtgenote, [naam] (verder: [de vrouw] ), hebben bij koopovereenkomst van 28 juni 2012 (hierna: de koopovereenkomst) hun toen nog echtelijke woning gelegen aan Boerestreek 15 te [plaats] (hierna: de woning) verkocht voor een koopprijs van € 600.000,-. Klager en [de vrouw] worden hierna tezamen ook genoemd: de verkopers. De koopovereenkomst is opgemaakt door notariskantoor [naam] .
3.2.2.In de koopovereenkomst is overeengekomen dat de akte van levering op 1 juli 2017 zal worden gepasseerd of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader zouden overeenkomen, zulks afhankelijk van de financiële mogelijkheid van de kopers.
3.2.3.Verder is in de koopovereenkomst overeengekomen dat de kopers gerechtigd waren tussentijds aflossingen op de koopsom te doen door rechtstreekse overmaking van de desbetreffende bedragen op de hypotheekrekening (rekeningnummer [nummer] ) van klager bij [de bank] . Tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van zowel kopers als verkopers, dienden de kopers uiterlijk op 1 juli 2012 een aanbetaling van € 65.000,- te doen op vorenbedoelde bankrekening van klager, dit ter vermindering van diens hypothecaire geldlening bij [de bank] .
3.2.4.Eveneens op 28 juni 2012 hebben de verkopers en de kopers een overeenkomst behorend bij de uitgestelde levering gesloten (hierna: de overeenkomst). In de overeenkomst zijn partijen - onder meer - overeengekomen dat de betalingen die kopers aan de verkopers zouden doen met betrekking tot de koop met uitgestelde levering geheel zouden worden aangewend voor het inlossen van de hiervoor in 3.2.3. bedoelde hypothecaire betalingsverplichtingen van klager en dat de aanbetaling van € 65.000,- door de kopers eveneens hierop in mindering zou worden gebracht. De betalingsverplichting van de kopers bestond uit het betalen van aflossing en rente, te weten een vanaf 1 juli 2012 een maandelijks te voldoen bedrag van € 4.232,50.
3.2.5.Daarnaast hebben de verkopers en de kopers met betrekking tot de woning een huurovereenkomst gesloten.
3.2.6.De notaris heeft op 1 maart 2013 een notariële volmacht verleden, waarbij klager voor zich en voor zover mogelijk als schriftelijk gevolmachtigde van [de vrouw] , met wie hij toen nog was gehuwd, onherroepelijk volmacht heeft verleend aan onder anderen de medewerkers van het kantoor van de notaris om [de vrouw] en hem te vertegenwoordigen bij de verkoop en levering van de woning, onder de bepalingen en bedingen zoals overeengekomen in de koopovereenkomst.
3.2.7.In de notariële volmacht is verder de volgende passage opgenomen:
“
De volmacht kan slechts gebruikt worden indien blijkt dat de gehele gemelde koopsom door koper is voldaan, zoals overeengekomen, door storting op de hypotheekrekening van [de bank] (zoals overeengekomen in gemelde koopovereenkomst), danwel indien deze op andere wijze is voldaan, terwijl de administratie van de koper en/of [de bank] hiertoe volledige bewijskracht heeft; de notaris welke de akte van levering passeert, kan op deze door koper en/of [de bank] te verstrekken gegevens volledig afgaan.
Deze volmacht is onherroepelijk en eindigt niet door intrekking, onder curatelestelling, faillissement of door overlijden van de comparante en genoemde [de vrouw] .”
3.2.8.In de loop van 2014 heeft de [de bank] aan de kopers een eenmalig voorstel gedaan tot financiering van de woning. Deze offerte liep op 6 augustus 2014 af. De kopers hebben de notaris vervolgens opdracht gegeven de akte van levering tijdig te verlijden.
3.2.9.De kopers hebben bij e-mail van 20 juni 2014 aan klager bericht: “
Hallo [naam] , graag zouden wij willen weten, wat er voor ons nog openstaat op de hypotheek, bij [de bank] , zodat wanneer wij dat hebben voldaan er royement kan worden verleend”. Klager heeft op 23 juni 2014 een e-mail aan de kopers gezonden, waarin hij mededeelt dat hij een overzicht zal opstellen over de koopprijs minus de ontvangen aflossingen zodat het restbedrag overblijft.
3.2.10.Vervolgens heeft klager bij e-mail van 30 juni 2014 aan de kopers - onder meer - het volgende bericht:
“
In de bijlage doe ik jullie een overzicht toekomen met de actuele stand tot 1 juli.
Wanneer dit geld op mijn rekening [nummer] staat, zal ik een verklaring/kwitantie opsturen naar de notaris dat de koopsom is voldaan en de leveringsakte op mijn naam opgesteld kan worden. Tevens zal [de bank] dan de hypotheek royeren.”
3.2.11.De notaris heeft [de bank] gevraagd na ontvangst van welk bedrag royement zou worden verleend en heeft aan de kopers stukken gevraagd, waaruit zou blijken dat de koopsom was voldaan. De notaris heeft de gevraagde gegevens ontvangen en op basis daarvan de afrekening opgemaakt.
3.2.12.In juli en augustus 2014 is tussen klager en de notaris per e-mail gecorrespondeerd over de door de notaris aangekondigde overdracht van de woning. Hierbij heeft klager zich op het standpunt gesteld dat tussen de verkopers en de kopers bestaande geschillen dienden te worden opgelost alvorens tot de overdracht van de woning kon worden overgegaan en dat de notaris geen gebruik mocht maken van de volmacht van klager zolang klager het daarmee niet eens zou zijn. De notaris heeft na deze eerst te hebben uitgesteld de levering uiteindelijk gepland voor
6 augustus 2014. Zij heeft klager meermaals de gelegenheid geboden voor een gesprek met kopers en met haar of met anderen op haar kantoor of bij klager thuis. Zij heeft hem voorts laten weten dat hij niet inhoudelijk aan haar had meegedeeld welke punten van geschil er waren. Zij heeft hem erop gewezen dat de volmacht onherroepelijk was, dat daarin was aangegeven dat de administratie van de koper en/of [de bank] volledige bewijskracht had ten aanzien van de betaling van de koopsom en dat alle stukken van betaling door de koper waren ingeleverd en ook akkoord waren bevonden door [de bank] die haar had gemachtigd tot royement. Klager heeft van de hem geboden mogelijkheid een gesprek met de kopers en/of de notaris te hebben geen gebruik gemaakt.
3.2.13.Vervolgens heeft de notaris op 6 augustus 2014 de akte van levering verleden, waarbij de woning door klager aan de kopers is overgedragen. Hierbij heeft de notaris gebruik gemaakt van de notariële volmacht van 1 maart 2013.
3.2.14.In september 2014 is tussen de advocaat van [de vrouw] en de advocaat van kopers gecorrespondeerd over een minnelijke regeling ter voorkoming van procedures. Gebleken was inmiddels dat [de vrouw] ten onrechte niet mede als (verkopende) partij was opgetreden bij de akte van 6 augustus 2014 omdat klager en [de vrouw] inmiddels voor 6 augustus 2014 waren gescheiden. Hierbij is door de kopers aan [de vrouw] een voorstel tot betaling van € 15.000,- gedaan. De notaris was bereid om (daarnaast) een bedrag van € 10.000,- aan [de vrouw] te betalen op voorwaarde dat [de vrouw] aan de levering van de woning zou meewerken en tegen verlening van finale kwijting door [de vrouw] en klager voor alle mogelijke vorderingen die zij op de notaris zouden kunnen hebben.
3.2.15.Op 12 maart 2015 heeft de notaris een akte vaststellingsovereenkomst, levering en volmacht gepasseerd, waarbij [de vrouw] en de kopers als comparanten zijn opgetreden. Onder meer is in deze akte vastgelegd - kort gezegd - de verklaring van [de vrouw] dat zij - voor zover nodig - meewerkt en levert aan de kopers de woning, althans haar aandeel in de woning, onder dezelfde voorwaarden en bepalingen als opgenomen in de akte van levering van 6 augustus 2014. Verder hebben partijen verklaard dat er tussen hen geen geschillen, met name betreffende de verkoop en levering van de woning, meer bestaan, zij niets meer van elkaar en van de notaris te vorderen hebben en zij elkaar en de notaris finale kwijting verlenen.