beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.144.406/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 11 mei 2016
P.R. DEKKER, in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van A. de Jong,
woonplaats houdend op de voet van artikel 1:14 BW te Rosmalen,
VERZOEKER,
advocaten:
mrs. P.J. van der Korsten
J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS
advocaat:
mr. S.M. Marges, kantoorhoudende te Utrecht,
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. E.J.M. Vannisselroy, kantoorhoudende te Veldhoven.
1.
Het verloop van het geding
1.1
1.1 In het vervolg zullen partijen wederom als volgt worden aangeduid:
- verzoeker met Dekker q.q.;
- verweerster 1. met [A] ;
- verweerster 2. met [C] ;
- belanghebbende met [B] .
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 8 mei 2014, 21 mei 2014, 18 februari 2015, 11 januari 2016 en 5 april 2016 alsmede naar de beschikking van de raadsheer-commissaris van 31 maart 2016.
1.3 Bij de beschikkingen van 8 mei 2014 en 21 mei 2014 heeft de Ondernemingskamer – voor zover hier van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [A] en [C] , mr. C.B. Schutte (hierna: de onderzoeker) te Amsterdam benoemd om het onderzoek te verrichten en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 25.000 (exclusief btw).
1.4 Bij de beschikking van 18 februari 2015 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 65.000 (exclusief btw). Dit bedrag is bij beschikking van 11 januari 2016 op verzoek van de onderzoeker verhoogd tot € 110.000 (exclusief btw).
1.5 Bij brief van 18 maart 2016 heeft de onderzoeker het onderzoeksverslag (met bijlagen) aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.6 Bij e-mail van 22 maart 2016 heeft de onderzoeker een kosten- en urenspecificatie overgelegd en verzocht om het onderzoeksbudget te verhogen tot een bedrag van € 120.000 (exclusief btw) en – zo begrijpt de Ondernemingskamer – zijn vergoeding overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW op dat bedrag te bepalen.
1.7 Bij de beschikking van 5 april 2016 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het onderzoeksverslag met bijlagen ter inzage ligt voor belanghebbenden en partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het in 1.6 genoemde verzoek van de onderzoeker.
1.8 Mrs. Vannisselroy, J. Wareman (kantoorgenoot van mr. Marges voornoemd) en Van Bekkum hebben zich bij e-mail van respectievelijk 6 april 2016, 11 april 2016 en 12 april 2016 namens de desbetreffende partijen uitgelaten over de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget.