Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 02 november 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een samsonite tas (met daarin een geldbedrag van 15.610,- euro) en/of een Canontas (met daarin een Canon camera), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
hij op of omstreeks 02 november 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een identiteitsbewijs dat afgegeven is door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang voorhanden heeft gehad, te weten een identiteitskaart van Italië (nummer [ID nummer]), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument of de Nederlandse identiteitskaart of andere identiteitsbewijs afgegeven door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang vals of vervalst was;
hij op of omstreeks 23 juni 2014 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een computer backpack en/of een samsung telefoon en/of een laptop (merk Dell) en/of 400 Amerikaanse dollars en/of een camera en/of notebookbinder en/of divers opladers en/of 10 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 2 november 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Samsonite tas, met daarin een geldbedrag van 15.610 euro, en een Canontas, met daarin een Canon camera, toebehorende aan [slachtoffer 1];
hij op 2 november 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, een reisdocument voorhanden heeft gehad, te weten een identiteitskaart van Italië (nummer [ID nummer]), waarvan hij wist dat het reisdocument vervalst was;
eennotebook binder en divers
eopladers en 10 euro toebehorende aan [slachtoffer 2].
Bewijsoverwegingen
stillsvan de op de terechtzitting afgespeelde camerabeelden (p. 6-18). Er kan redelijkerwijs niet anders worden aangenomen dan dat deze
stills, althans een aantal daarvan, bij het herkenningsverzoek waren gevoegd, op grond waarvan de verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] tot hun herkenning van de verdachte zijn gekomen, mede gelet op de beschrijving van de man die zij op de ‘foto’s’ [het hof leest:
stills] hebben waargenomen. Hetgeen de raadsman overigens heeft aangevoerd doet het hof niet aan de betrouwbaarheid van de herkenningen twijfelen. Dat de verdachte op 2 november 2015 een minder vol gelaat en andere wenkbrauwen zou hebben, gelijk door de raadsman is aangevoerd, legt in dit verband geen gewicht in de schaal nu [verbalisant 4] en [verbalisant 5] hun herkenningen baseren op het uiterlijk van de verdachte zoals dat door hen is waargenomen op 30 juni 2014 respectievelijk 29 juni 2014. Het hof heeft overigens middels waarneming geconstateerd dat de persoon op de genoemde camerabeelden op verschillende punten zoals de haarkleur en haardracht grote gelijkenis vertoont met de persoon afgebeeld op de foto zoals opgenomen op de ID-staat van 2 november 2015.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden.