Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 1 augustus 2014 tot en met 2 december 2014 te Purmerend, in elk geval in Nederland,
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 november 2014 in de gemeente Purmerend (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind [E.B.] , geboren op [[...]] 2007, door (telkens)
Vonnis waarvan beroep
Overwegingen en oordeel van het hof
Papa wil je weer dat ene met je piemel doen. Soms lik je aan mijn doos’in combinatie met de woorden van de verdachte: “
Wil je dat papa dat doet?” en de bevestiging daarop van [E.B.] kunnen niet anders worden uitgelegd dan dat de verdachte voorheen “iets” met zijn piemel bij zijn dochter heeft gedaan en dat hij aan haar vagina heeft gelikt.
Soms lik je aan mijn doos’ geldt dat uit het dossier niet kan worden afgeleid of en, zo ja, wanneer dat heeft plaatsgevonden. De verdachte ontkent overigens dat dit zo is gezegd. Van een seksueel aspect van handelingen is niet gebleken, zodat van ontucht geen sprake kan zijn. Al het in het dossier aanwezige bewijs is terug te voeren op één bron, namelijk [E.B.] . Mevrouw [D.v.T.] heeft niets gezien, zij heeft slechts vermoedens. De verdachte ontkent dat hij [E.B.] heeft misbruikt. De verklaring van [E.B.] is, doordat zij van informatie is voorzien, onbetrouwbaar en besmet en kan niet voor het bewijs worden gebezigd. De politie en haar familie hebben haar inhoudelijke informatie gegeven en zij is door de politie en AMK-medewerksters sturend bevraagd. Niet is vast te stellen wat er gestuurd is en wat uit [E.B.] zelf komt. Dit geldt voor de uitlatingen van [E.B.] tijdens het AMK-verhoor en tijdens het politieverhoor, aldus het LEBZ. In de woordelijke uitwerking van het studioverhoor van [E.B.] is niets dat duidt op ontucht. Zelfs als men haar woorden in de mond probeert te leggen is [E.B.] duidelijk en direct over wat er is gebeurd, hetgeen niet (per se) op ontuchtig handelen duidt.
Oordeel en overwegingen van het hof
Papa wil je weer dat ene met je piemel doen, soms lik je aan mijn doos.” in combinatie met het feit dat [E.B.] haar vagina ‘doos’ noemt, is niet voor enigerlei andere uitleg, die overigens ook niet is gegeven, dan dat dit geduid moet worden als ontuchtige handelingen zoals bewezenverklaard, vatbaar.
Bewezenverklaring
Bewijsmiddelen
Samsung_G2, File name: [bestandsnaam]
Samsung_G2, File name: [bestandsnaam]
Samsung_G2, File name: [bestandsnaam]
Samsung_G2, File name: [bestandsnaam]
Samsung_G2, File name: [bestandsnaam]
- Gegevensdrager (laptop, het hof begrijpt: MSI) 4 KP foto’s en 6 KP video’s
- Gegevensdrager (PC “Olidata”) 1469 KP foto’s en 5 KP video’s.
Laptop (MSI), File name: [bestandsnaam] . Toegankelijkheid: accessible, Classificatie: KP, Seksuele gedraging: vaginale penetratie.
P.C. “Olidata”van de verdachte [verdachte 1] )
PC Olidata(TBKK: 359313_RAID_LVM), File name: [bestandsnaam] Toegankelijkheid: accessible, Classificatie: KP, Seksuele gedraging: poseren in kleding niet passend bij leeftijd.
PC Olidata(TBKK: 35931 3_RAID_LVM), File name: [bestandsnaam] Toegankelijkheid: accessible, Classificatie: KP, Seksuele gedraging: poseren in niet passende omgeving/context.
PC Olidata(TBKK: 359313_RAID_LVM), File name: [bestandsnaam] Toegankelijkheid: accessible, Classificatie: KP, Seksuele gedraging: poseren in niet natuurlijke houding.
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 26 mei 2015. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
verdachte:
bullchat.nl. Meestal tik ik in ‘8yo of 9yo’, yo staat voor ‘
years old’. Ik ga naar die sites om plaatjes te kijken. Er worden dingen aangeboden. Als er een plaatje wordt gestuurd, sla ik het op.
[D.v.T.]:
[A.v.D]:
zorgvriendjes”. Dat is een pop met een mond en een rits ervoor. Die gaat op slot en wat erachter komt wordt zogenaamd “opgegeten” en dan is het klaar. Ik heb voor [E.B.] een “zorgvriendje” gemaakt. Ik heb de pop rond 9 december 2014 aan [E.B.] gegeven. Die dag hebben wij er niets mee gedaan. Daar had [E.B.] geen zin in dus heb ik dat maar zo gelaten. Ik heb gewacht totdat [E.B.] zelf initiatief in de richting van haar “zorgvriendje” ondernam. Ik zei op 10 december 2014 tegen [E.B.] : “Ik ga je naar bed brengen. Wat gaan we doen? Nemen wij je zorgvriendje mee?” Dat vond [E.B.] fijn. We zaten op bed in haar eigen kamertje. Ik vroeg: “Waar wil je het over hebben? Wat moeten we opschrijven?” [E.B.] zei: “Dat papa iets gedaan heb wat niet mag en dat papa gevangen zit.” Toen vroeg ik: “Wat deed papa dan?” [E.B.] zei: “Bij mijn doos met zijn tong en vinger en met zijn piemel”. Met haar doos bedoelt [E.B.] haar vagina. Ik ben daarop doorgegaan en vroeg: “Vond je dat ook lekker?” Daarop antwoordde zij: “Was een beetje lekker met het likken bij de doos. Dit heb ik opgeschreven op een briefje (
het hof begrijpt: brief I op pagina 147). Het principe is dat je dat briefje in de mond van de pop doet achter de rits, de rits dichtdoet en dat het briefje ’s nachts verdwijnt. Ik heb het zorgvriendje meegenomen naar beneden en heb het briefje eruit gehaald. Op 11 december (
2014) bracht ik haar weer naar bed. [D.v.T.] was ook in de kamer maar zij liet mij het gesprek met [E.B.] voeren. Wij deden hetzelfde als de dag ervoor. Ik liet het aan [E.B.] over waar zij het over wilde hebben. Het ging weer over papa. Wij hebben dit meer dagen gedaan en wij deden nooit meer dan 1 briefje per dag. Zij vertelde op 11 december 2014: “Papa heel stout was geweest omdat die wat gedaan had wat niet mag. Iets met zijn piemel bij mij doos.” Dit keer had zij zelf een tekening gemaakt en erbij geschreven wat hij deed. Dat deed zij omdat ik aan haar vroeg om het te tekenen. Zij tekende zichzelf, liggend op de grond met daaromheen de douchetegels. Het zwarte rondje is haar doos. Zij heeft papa getekend en zijn piemel, waarbij zij haren tekende en dit er ook bij zei. Zij heeft geschreven: “Papa”, “Piemel”, “Doos”, “ [E.B.] ” en “Doez” om uit te leggen wat zij tekende. Ik zei dat zij het erbij moest schrijven zodat het zorgvriendje wist wat hij moest opeten. Beneden heb ik het briefje (
het hof begrijpt briefje II op pagina 147) uit het zorgpopje gehaald. Op 12 december 2014 bracht ik haar weer naar bed met haar zorgenvriendje. Ik was alleen met haar. Ik vroeg haar waar ze het over wilde hebben. Zoals altijd liet ik aan haar over waar zij het over wilde hebben. Zij vertelde: “Papa en ik hebben een geheim. Als papa erachter komt dat ik het geheim heb verteld dan zal papa heel boos worden en mij slaan.” Dit keer wilde zij niet tekenen maar moest ik dat doen. Op aanwijzingen van [E.B.] tekende ik een liggend kindje en een zittende papa in de douche. Ik tekende een liggend kind waar [E.B.] later zelf haar naam bij heeft geschreven. Ik heb ook een man getekend die voor het kind zit. Zij heeft zelf later het rondje getekend wat haar doos moest voorstellen bij het liggende kind. Ook heeft zij zelf bij papa de piemel en de haren van de piemel getekend. Zij moest daarna erbij schrijven wat zij bedoelde. Zij schreef: “Alex, zit, papa” en bij het kind schreef zij “ [E.B.] , lig, kint” (
het hof begrijpt: briefje III op pagina 148).Op 15 december 2014 gaf ze zelf aan dat het zorgenvriendje mee moest. Ik vroeg wat we gingen bespreken. [E.B.] zei: “We gaan verhuizen naar een nieuw huis. Dat komt omdat papa in de gevangenis zit.” Ik schreef het eerst op en daarna heeft zij het eronder geschreven op het briefje (
Het hof begrijpt: briefje IV op pagina 149): “Omdat hij in de vanne zit om omdat hij stout waz”. Toen ging [E.B.] weer tekenen. Zij tekende een gevangenis zoals zij dacht dat een gevangenis eruit zag. Papa zit linksboven en zij tekende bij hem allemaal traantjes. Zij heeft ‘papa’ erbij gezet en onderop ‘politzie’. De grote ramen waren voor de grote mensen en de kleine ramen voor de kinderen, vertelde ze. Die van de kinderen waren leeg. Papa huilde, volgens [E.B.] . Op 16 december 2014 heeft [J.v.t.] (
het hof begrijpt: Opa [[...]]) [E.B.] naar bed gebracht. Hij heeft wel het zorgenvriendje ritueel met [E.B.] gedaan. [E.B.] heeft zelf haar zorgenvriendje, een briefje en de pen gepakt en meegenomen naar haar slaapkamer. Samen met haar opa heeft zij weer een briefje (
het hof begrijpt: briefje V op pagina 150) gemaakt. Het is weer de gevangenis. Het is omcirkeld met krullen, zoals de juf op school het doet als er iets goed is. Beneden staan twee poppetjes.
[P.P.]:
het hof begrijpt: [J.v.t.]) en Alie (
het hof begrijpt: [A.v.D] )slaapt en dat papa nu niet thuis is. Ook vertelden wij dat wij weten dat het een moeilijke periode is voor [E.B.] en zeiden dat zij tegen mama had verteld dat zij geheimen heeft. Ze antwoordde: “Ja, ik heb een geheim maar daar wil ik hier niet over praten.” Wij vertelden haar dat dit niet hoeft als zij dat niet wil. Ik pakte een vel papier erbij met daarop allerlei poppetje met verschillende emoties, zoals blij, boos, bang verdrietig en verward. Wij merkten dat zij ongemakkelijk werd. Wij vroegen of zij dat vel papier beneden met ons wilde invullen of dat zij dat boven op haar kamer wilde doen. [E.B.] zei dat ze niet naar haar kamer wilde maar naar boven, naar zolder. Boven zijn we op de grond gaan zitten en hebben we het vel papier en de potloden er weer bij gepakt. Ze zette een pijltje bij een poppetje met een vraagteken boven zijn hoofd. Zij zei: “Dit poppetje weet niet goed hoe hij zich voelt.” Wij vroegen [E.B.] hoe haar moeder zich voelde. Ik zag dat [E.B.] een pijltje zette bij hetzelfde poppetje. Wij vroegen aan [E.B.] hoe zij dacht dat papa zich voelde. Ik zag dat [E.B.] koos voor het boze poppetje. [E.B.] zei dat het poppetje niet genoeg op papa leek. Zij pakte een potlood en tekende met de kleur zwarte stekels op het hoofd van het poppetje. Zij zei direct daarna: “Papa is boos omdat ik ons geheim heb verteld. Ik mocht dat niet vertellen en dat heb ik wel gedaan. Nu zit papa in de gevangenis.” Wij vertelden haar dat papa niet boos hoeft te zijn en dat een geheim eigenlijk geen geheim is. Wij wilden haar uitleggen dat haar lichaam van haar is en dat zij bepaalt wie daar wel en niet aan mogen komen en dat daar geen geheimen bij horen. Het is wel belangrijk om erbij te zeggen dat wij bewust niet zelf over het geheim zijn begonnen. Het hoefde niet met seksueel misbruik te maken te hebben. Wij moeten voorkomen dat er gestuurd wordt. [E.B.] zei: “Dat heeft papa wel bij mij gedaan.” Het was haar directe reactie op de zin “Niemand mag aan jouw lichaam komen als jij dat niet wil.” Wij hebben bewust niet gereageerd op haar uitspraak ‘Dat heeft papa wel bij mij gedaan.’ Wij mochten van [E.B.] die andere tekening erbij pakken (
het hof begrijpt: de tekening op pagina 159/160). Op deze tekening staan twee kinderen afgebeeld, een tekening van een jongen en een meisje, naakt met lichaamsdelen erbij omschreven, heel duidelijk met pijltjes en de tekst staat erbij van de lichaamsdelen. Ik vroeg haar of ze op de tekening, bij het poppetje dat haar voorstelde, wilde aanwijzen waar zij het niet prettig vond om aangeraakt te worden. Ik zag dat zij haar doos en knieholtes rood kleurde. Wij vroegen wat zij inkleurde. Ze zei: “Mijn doos en de achterkant van mijn knie. Wij vertelden haar dat niemand haar bij haar doos aan mocht raken. Ik vroeg: “Wie heeft jou bij jouw doos en knieholtes aangeraakt terwijl jij dat niet wilde?” [E.B.] zei: “Papa onder de douche.” Daarna vroeg ik aan [E.B.] om op de tekening bij het jongenspoppetje te tekenen waarmee papa haar heeft aangeraakt bij haar doos en knieholtes. Ik zag dat [E.B.] weer het rode potlood pakte en dat zij daarna heel snel, niet binnen de lijntjes, de mond, piemel en vingers kleurde/kraste. Daarbij hoorde ik haar zeggen: “Het zijn niet de lippen maar wat in je mond zit.” Wij vroegen bedoel je de tong? Daarop antwoorde zij : “Ja.” Daarna zag ik dat zij de piemel kleurde daarbij zei: “De piemel”. Daarna kleurde ze de handen in. Toen ik zei: “De handen”, zei [E.B.] : “Nee, de vingers.” Margo vroeg: “Jij vertelde dat papa jou heeft aangeraakt terwijl jij dat niet wilde. Is dat vaak gebeurd of niet vaak?” [E.B.] zei: “Ja best vaak. Meestal onder de douche.”
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 26 mei 2015. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
verdachte:
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde :
nttrekt aan het verkeerde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: