Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 8 november 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk/type Giant Cosmo Rs 2 Low dan wel/of Sparta, met framenummer [framenummer] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Politie Eenheid Amsterdam, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door met een (knip)voorwerp een slot door te knippen en/of te forceren, in elk geval door middel van braak en/of verbreking door middel van braak en/of verbreking;
hij op of omstreeks 8 november 2014 te Amsterdam, althans in Nederland, een fiets (merk/type Giant Cosmo Rs 2 Low dan wel/of Sparta, met framenummer [framenummer]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde fiets wist en/of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij op of omstreeks 8 november 2014 te Amsterdam, althans in Nederland, een bromfiets (merk/type Peugeot Lw1, kenteken [kentekennummer]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde bromfiets wist en/of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij op of omstreeks 8 november 2014 te Amsterdam, althans in Nederland, een fiets (merk/type Batavus Vienna, kleur grijs) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde fiets wist en/of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden of medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken, hem opgelegd krachtens de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht, de Overleveringswet, de Uitleveringswet, de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen, de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen of de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
De bij of krachtens artikel 141 aangewezen ambtenaren alsmede bepaalde door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen categorieën van andere personen, belast met de opsporing van strafbare feiten, zijn bevoegd een staande gehouden of aangehouden verdachte aan zijn kleding te onderzoeken, alsmede voorwerpen die hij bij zich draagt of met zich mee voert te onderzoeken, een en ander voor zover zulks noodzakelijk is voor de vaststelling van zijn identiteit.
nadatde verdachte is staande gehouden of aangehouden. Uit het proces-verbaal blijkt niet dat zulks voorafgaand aan het onderzoek aan de kleding is geschied. Dit levert een vormverzuim op. Het hof zal hieraan echter geen gevolg verbinden, omdat de verbalisant op het moment dat de verdachte niet voldeed aan de vordering tot inzage van een identiteitsbewijs, de verdachte had kunnen aanhouden op grond van overtreding van artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht. Ook overigens is onvoldoende gebleken dat de verdachte nadeel heeft ondervonden als gevolg van schending van het vormvoorschrift. Nadat bij die fouillering het bij de lokfiets behorende kabelslot werd aangetroffen is de verdachte als verdachte aangemerkt en aangehouden. Op dat moment bestond een redelijk vermoeden van schuld en was de verbalisant daarmee tevens bevoegd de boxengang (die noch door de raadsman, noch door het hof wordt aangemerkt als woning) op grond van artikel 96 lid 1 Sv te betreden, de box met de in beslag genomen sleutels te openen en aldaar zoekend rond te kijken. De stelling van de raadsman dat de verdachte zonder reden van zijn vrijheid is beroofd, vindt geen steun in de hiervoor geschetste feiten. Om die reden zal het hof het resultaat van de fouillering, te weten het doorgeknipte slot van de lokfiets, tot het bewijs laten meewerken.
De verdachte had ten tijde van het voorhanden krijgen redelijkerwijs moeten vermoeden dat de bromfiets van misdrijf afkomstig was. Een bromfiets is een goed van aanzienlijke waarde. Bij het aantreffen van de bromfiets in zijn box had van de verdachte minst genomen kunnen worden verwacht dat hij onderzoek deed naar de herkomst daarvan of dat hij deze aan de politie over zou dragen. Nu de verdachte dit heeft nagelaten, heeft hij het risico genomen dat hij een van misdrijf afkomstig bromfiets voorhanden had, hetgeen ook daadwerkelijk het geval bleek te zijn.
Bewezenverklaring
hij op 8 november 2014 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (met framenummer [framenummer]), toebehorende aan Politie Eenheid Amsterdam, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
hij op 8 november 2014 te Amsterdam, een bromfiets (merk/type Peugeot Lw1, kenteken [kentekennummer]) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde bromfiets redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op 8 november 2014 te Amsterdam, een fiets (merk/type Batavus Vienna, kleur grijs) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven van voornoemde fiets redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) dagen.
14 (veertien) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.