In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 14 april 2016, wordt ingegaan op het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de Rotterdamse Taxi Centrale RTC N.V. en RTC Franchise B.V. Dit onderzoek werd bevolen bij een eerdere beschikking op 11 september 2015, waarbij mr. P.D. Olden als onderzoeker werd aangewezen. De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van het verslag van het onderzoek, dat op 12 april 2016 door de onderzoeker is ingediend. De griffier heeft het verslag met bijlagen ter griffie neergelegd.
De Ondernemingskamer heeft de inhoud van het verslag en de betrokken belangen in overweging genomen. Op basis van artikel 2:353 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek heeft de Ondernemingskamer besloten dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. Dit betekent dat belanghebbenden de mogelijkheid hebben om het verslag in te zien en kennis te nemen van de bevindingen van het onderzoek.
De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is genomen door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, bijgestaan door raden en de griffier.