3.1.Het gaat in deze zaak, voor zover in hoger beroep relevant, om het volgende.
( i) [X] heeft op 24 december 2007 een offerte aan [appellant] uitgebracht voor het leveren en monteren van een centraleverwarmingsketel in de woning van [appellant] aan de [adres] voor een bedrag van in totaal € 4.468,45 inclusief materialen en inclusief btw. Hierbij is een voorbehoud gemaakt ten aanzien van reparaties aan de bestaande gasleiding, c.v.- en warmwaterinstallatie en thermostaatkabel indien hierin op dat moment onbekende onvolkomenheden zouden blijken te bestaan. Na overleg van partijen heeft [X] [appellant] een opdrachtbevestiging gestuurd voor de levering van een andere ketel, op basis van nacalculatie.
(ii) Bij e-mailbericht van 5 januari 2008 heeft [appellant] [X] als volgt bericht:
“(…) Zoals ik had toegezegd, stuur ik u bij deze de keukentekeningen (…). De keuken moet conform deze werktekeningen voorbereid worden zodat de keuken ingebouwd kan worden (…). Zou u hiervoor ook een offerte willen maken? Dat betekent dat naast het verplaatsen en vernieuwen van de CV-ketel inclusief het weghalen van alle overbodig geworden leidingwerk en het wegwerken van alle andere betsaande en nieuwe leidingen. Het aanleggen van een simpele doch functionele badkamer (wastafel, WC en douche) op de 2e verdieping, het verhogen met 10 cm van 3 radiatoren op de 1e verdieping en het vervangen van een radiator in de woonkamer, het aanbrengen van water en een afvoer voor de wasmachine – en de wasdroger in de garage, we ook voor de werkzaamheden voor deze keukentekeningen graag een offerte van u ontvangen. Belangrijk daarbij is om duidelijk aan te geven wanneer u deze werkzaamheden zou kunnen uitvoerten aangezien er aardig was druk op de planning staat. Hoe eerder hoe beter dus. (…)”
(iii) [X] heeft daarop als volgt gereageerd:
“(…) Offerte maken en begroten kost een hoop tijd die in de offerteprijs wordt meegerekend, evenals een opslag voor risico en een opslag voor winst. Bij wijze van uitzondering kunnen wij het volgende kunnen doen: Ik zou deze week voor de cv en volgende week voor de badkamer aan slag kunnen als wij van u opdracht krijgen om de werkzaamheden in regie uit te voeren. Dit betekent dan géén offerte met een vaste prijs maar iedere week een gespecificeerde rekening van de tot dan toe gemaakte uren en gebruikte materialen. (…)”
(iv) [appellant] is akkoord gegaan met aanvang van de werkzaamheden op regiebasis als door [X] voorgesteld. Op 11 januari 2008 is [X] met de werkzaamheden gestart.
( v) Op 22 januari 2008 heeft [X] de eerste facturen aan [appellant] gezonden. Op 24 januari 2008 heeft [appellant] [X] onder meer als volgt geschreven:
“We hebben op 24 december een offerte ontvangen voor het leveren en monteren van een nieuwe CV-ketel van totaal Euro 4500,-, incl. materialen en incl. BTW. Daar hebben we over gesproken en daarna hebben we ook gesproken over het vervangen van een aantal radiatoren (max. Euro 4000,- incl. materialen) en het aanleggen van de badkamer (max. 14000,- incl. materialen en betegelen). (…) We zijn uiteindelijk akkoord gegaan met je voorstel om al deze werkzaamheden op regiebasis per uurtarief te gaan doen omdat je ons wist te overtuigen van de voordelen. Je hebt nl. aangegeven dat je niet verwacht dat we boven de bovengenoemde bedragen zullen uitkomen en je verwachtte evenueel zelfs daaronder te blijven omdat je de werkzaamheden op regie basis per uurtarief in rekening zou brengen. Extra werkzaamheden die we later aan je hebben gevraagd, zijn de werkzaamheden voor de keuken die voor een groot deel al door de Poolse aannemer waren gedaan en de vervanging van de riolering. Pas vandaag krijgen we de eerste rekening te zien van ruim Euro 8000,- plus nog een tweetal lagere rekeningen die ons zeer onaangenaam verraste. (…) We hebben sterk het gevoel dat er nu met groot gemak uren worden geschreven die niet controleerbaar en dus onbeheersbaar zijn. Graag willen we je houden aan de mondeling gemaakte afspraken en verwachten zeker niet hoger uit te komen dan de eerder genoemde bedragen.”
(vi) Op 29 januari 2008 heeft [X] een raming van de kosten toegestuurd, uitkomend op een bedrag van € 29.700,= inclusief btw.
(vii) In totaal heeft [X] facturen aan [appellant] gezonden voor een bedrag van € 51.754,53 inclusief btw. [appellant] heeft daarvan een bedrag van € 22.977,12 onbetaald gelaten.
(viii) Op verzoek van [appellant] heeft [X] op 22 juli 2008 een uitsplitsing gemaakt van de uitgevoerde werkzaamheden en het aantal bestede uren en de kosten daarvan. Bij brief van 15 augustus 2008 heeft [X] [appellant] als volgt bericht:
“(…) Ik begrijp dat de totale kosten voor u een tegenvaller zijn maar wil u er wel op wijzen dat dit mede veroorzaakt is door de vele toevoegingen en tegenvallers die u toch aangepakt wilde zien. (…)”
Bij brief van 19 augustus 2008 heeft [appellant] daarop gereageerd en daarbij onder meer aangegeven dat een aantal werkzaamheden niet is uitgevoerd dat wel op de prijsopgave stond, dat voor meerwerk dat extra kosten meebrengt eerst goedkeuring behoort te worden gevraagd en dat de oorzaak van de tegenvallende kosten voor een groot deel ligt aan de trage uitvoering van de werkzaamheden.
(ix) Op 17 augustus 2011 heeft [X] [appellant] gesommeerd tot betaling van € 26.344,07 inclusief wettelijke rente en exclusief € 1.158,= aan buitengerechtelijke incassokosten.
( x) Op 21 februari 2012 heeft [appellant] [X] per e-mail onder meer gevraagd om een uitleg waarom de afgesproken maximale bedragen aan kosten zo ver zijn overschreden. Bij e-mail van 5 maart 2012 heeft [X] voorgesteld de zaak af te doen tegen betaling door [appellant] van € 20.000,=, waarop [appellant] op 9 maart 2012 heeft gereageerd met het voorstel dat [X] in de woning het meerwerk zou komen aanduiden.