In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 13 mei 2015. De zaak betreft een verdachte, geboren in Marokko in 1978, die gedetineerd is in PI Rijnmond te Rotterdam. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. De verdediging stelde dat de politie op 12 december 2014 op onrechtmatige wijze foto’s van de verdachte heeft gemaakt, waardoor deze foto’s niet als bewijs mogen dienen.
Het hof heeft het verweer van de verdediging verworpen. Het hof oordeelde dat er op het moment van het maken van de foto’s voldoende aanleiding was om dit te doen, gezien de meldingen van babbeltrucs en het signalement van de verdachte. Het hof concludeerde dat artikel 3 van de Politiewet voldoende wettelijke grondslag biedt voor het maken van de foto’s, mede gezien de geringe inbreuk op de privacy van de verdachte. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met enkele aanvullingen op de gronden van het vonnis.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. Mr. M.J. Dubelaar was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken tijdens de terechtzitting.