ECLI:NL:GHAMS:2016:1310

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 april 2016
Publicatiedatum
7 april 2016
Zaaknummer
200.144.406/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging onderzoeksbudget in het kader van een enquête naar het beleid en de gang van zaken van vennootschappen

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 5 april 2016 een beschikking gegeven inzake het verzoek van P.R. Dekker, in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van A. de Jong, tot verhoging van het onderzoeksbudget. Dit verzoek is gedaan in het kader van een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen [A] en [B]. De Ondernemingskamer heeft eerder, op 8 mei en 21 mei 2014, een onderzoek bevolen en het maximale budget voor dit onderzoek vastgesteld op € 25.000, wat later is verhoogd naar € 110.000. De onderzoeker heeft op 18 maart 2016 een verslag van het onderzoek ingediend, vergezeld van een kostenopgave. In de beschikking van 31 maart 2016 heeft de raadsheer-commissaris het verzoek van Dekker om aanwijzingen aan de onderzoeker afgewezen. De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van het onderzoeksverslag en heeft besloten dat dit verslag ter inzage ligt voor belanghebbenden. Tevens is er een termijn gesteld voor partijen om zich uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.144.406/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 5 april 2016
inzake
P.R. DEKKER, in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van A. de Jong,
woonplaats houdend op de voet van artikel 1:14 BW te Rosmalen,
VERZOEKER,
advocaten:
mrs. P.J. van der Korsten
J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS
advocaat:
mr. S.M. Marges, kantoorhoudende te Utrecht,
e n t e g e n
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. E.J.M. Vannisselroy, kantoorhoudende te Veldhoven.
1.
Het verloop van het geding
1.1
1.1 Verzoeker wordt hierna (ook) Dekker genoemd.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 8 mei 2014, 21 mei 2014, 18 februari 2015 en 11 januari 2016 alsmede naar de beschikking van de raadsheer-commissaris van 31 maart 2016.
1.3 Bij de beschikkingen van 8 mei 2014 en 21 mei 2014 heeft de Ondernemingskamer – voor zover hier van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [A] en [B] , mr. C.B. Schutte te Amsterdam benoemd om het onderzoek te verrichten, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 25.000 (exclusief btw) en, bij wijze van onmiddellijke voorziening en voor de duur van het geding, ing. G.C.J. Verweij tot bestuurder met doorslaggevende stem benoemd bij [A] en bepaald dat alle aandelen in het kapitaal van [A] ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. E.L. Zetteler.
1.4 Bij de beschikking van 18 februari 2015 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 65.000 (exclusief btw). Dit bedrag is bij beschikking van 11 januari 2016 op verzoek van de onderzoeker verhoogd tot € 110.000 (exclusief btw).
1.5 Bij brief van 18 maart 2016, ingekomen ter griffie van de Ondernemingskamer op 21 maart 2016, heeft de onderzoeker het onderzoeksverslag (met bijlagen) aan de Ondernemingskamer doen toekomen. De onderzoeker heeft bij dezelfde brief tevens een kostenopgave met urenspecificatie gestuurd.
1.6 De raadsheer-commissaris heeft bij beschikking van 31 maart 2016 het verzoek van Dekker tot het geven van aanwijzingen aan de onderzoeker afgewezen.
1.7 Bij e-mail van 22 maart 2016, waarin de onderzoeker reageerde op voornoemd verzoek van Dekker, heeft de onderzoeker een kosten- en urenspecificatie overgelegd en verzocht om het onderzoeksbudget te verhogen tot een bedrag van € 120.000 (exclusief btw) en – zo begrijpt de Ondernemingskamer – zijn vergoeding overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW op dat bedrag te bepalen.
1.8 De griffier heeft het verslag met bijlagen heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer heeft kennis genomen van het verslag (met bijlagen) van het onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, acht de Ondernemingskamer termen aanwezig om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
2.2
Alvorens op het in 1.7 weergegeven verzoek te beslissen, zal de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over het verzoek van de onderzoeker.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag met bijlagen van het bij beschikking van 8 mei 2014 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [A] , gevestigd te Oisterwijk, en [B] , gevestigd te Moergestel ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden;
stelt partijen in de gelegenheid zich uiterlijk op 12 april 2016 te 16:00 uur schriftelijk uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker als weergegeven in 2.2 hiervoor;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en dr. P.M. Verboom en drs. M.A. Scheltema, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H..J. Zevenhuijzen, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. Wolfs op 5 april 2016.