ECLI:NL:GHAMS:2016:1299

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 april 2016
Publicatiedatum
7 april 2016
Zaaknummer
200.169.241/010
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over autohuurovereenkomsten en schadevergoeding

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Wheels B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. Wheels B.V. heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen [geïntimeerde] voor betaling van kosten voortvloeiende uit twee autohuurovereenkomsten. De kantonrechter heeft de vordering van Wheels afgewezen, wat heeft geleid tot het hoger beroep. Het hof heeft Wheels in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van de door haar gevorderde schade, die onder andere bestaat uit kosten voor schade aan het gehuurde voertuig, extra kilometers en bekeuringen. De zaak is complex, met verschillende argumenten van beide partijen over de verjaring van de vorderingen en de hoogte van de gevorderde bedragen. Het hof heeft de zaak aangehouden voor verdere bewijslevering door Wheels en zal de zaak op 3 mei 2016 opnieuw behandelen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.169.241/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam : 3013481 CV EXPL 14-12041
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 april 2016
inzake
WHEELS B.V.,
gevestigd te Klundert,
appellante,
advocaat: mr. J. Verbeeke te Rotterdam,
tegen
[geïntimeerde],
wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. M.E. Mungroop te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Wheels en [geïntimeerde] genoemd.
Wheels is bij dagvaarding van 7 november 2014 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 11 augustus 2014, dat onder bovenvermeld zaaknummer is gewezen tussen [geïntimeerde] als opposant en Wheels als geopposeerde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties;
- akte met producties aan de zijde van Wheels.
[geïntimeerde] heeft afgezien van het nemen van een antwoordakte.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Wheels heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog de vordering van [geïntimeerde] in verzet zal afwijzen, met bekrachtiging van het tussen partijen op 10 maart 2014 gewezen verstekvonnis en - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten in beide instanties.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten in hoger beroep.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2.Feiten

2.1.
Het gaat in deze zaak om het volgende.
2.1.1.
Tussen Wheels als verhuurder en [geïntimeerde] als huurder zijn op 22 juni 2007 en 25 april 2008 twee autohuurovereenkomsten tot stand gekomen. De algemene voorwaarden van Wheels zoals bijgesloten bij de overeenkomsten zijn daarop van toepassing.
2.1.2.
Bij dagvaarding van 30 januari 2014 heeft Wheels gevorderd dat [geïntimeerde] zal worden veroordeeld tot betaling van € 2.714,22 aan hoofdsom, € 450,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 562,53 aan rente (in totaal € 3.726,75), te vermeerderen met rente over de hoofdsom, met beslissing over de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
2.1.3.
De hoofdsom bestaat uit het totaalbedrag van vijf facturen met de factuurdata 20 augustus 2008 (factuurnummer 8388), 9 september 2008 (factuurnummer 8451), 25 september 2008 (factuurnummers 8497 en 8498) en 16 oktober 2008 (factuurnummer 8538).
2.1.4.
Bij verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 10 maart 2014 met zaaknummer 2800005 CV EXPL 14-4781 en kenmerk 3402677, is [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van € 3.726,75 alsmede de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad. [geïntimeerde] is tegen dit verstekvonnis in verzet gekomen.
2.1.5.
Bij het bestreden vonnis van 11 augustus 2014 heeft de kantonrechter het verzet van [geïntimeerde] gegrond verklaard, het verstekvonnis van 10 maart 2014 vernietigd en de oorspronkelijke vordering van Wheels afgewezen, met veroordeling van Wheels in de proceskosten.
2.1.6.
Wheels heeft bij dagvaarding van 25 november 2014 wederom gevorderd dat [geïntimeerde] zal worden veroordeeld tot betaling van de in 2.1.2 genoemde bedragen. In een vonnis van 29 juli 2015 (zaaknummer 3662988 MC EXPL 14-15051 JH/1050) heeft de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland geoordeeld dat Wheels misbruik maakt van procesrecht door, samengevat, een herhaalde vordering van gelijke inhoud en strekking tegenover dezelfde wederpartij in te stellen. De vordering van Wheels is daarbij afgewezen, met veroordeling van Wheels in de proceskosten.

3.Beoordeling

3.1.
In het bestreden vonnis van 11 augustus 2015 heeft de kantonrechter overwogen dat Wheels, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, niet heeft geantwoord op de verzetdagvaarding en dat bij gebreke daarvan moet worden geoordeeld dat Wheels het bij de verzetdagvaarding gevoerde verweer onvoldoende heeft bestreden, zodat dat verweer slaagt en de oorspronkelijke vordering van Wheels moet worden afgewezen. Tegen de afwijzing van haar vordering en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Wheels met haar grieven op.
3.2.
In de
grieven 1 tot en met 3stelt Wheels, kort gezegd, dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat Weels niet op de verzetdagvaarding heeft gereageerd. Wheels voert hiertoe aan dat zij in eerste aanleg een aanhoudingsverzoek (zie productie 6 bij de memorie van grieven) heeft ingediend en dat de kantonrechter dit verzoek ten onrechte heeft afgewezen en ook ten onrechte niet in het (procesverloop van het) bestreden vonnis heeft vermeld.
3.3.
Wheels heeft bij de behandeling van deze grieven onvoldoende belang, nu zij in hoger beroep voldoende gelegenheid heeft haar stellingen naar voren te brengen en het hoger beroep er tevens toe dient fouten die in de eerste aanleg zijn gemaakt te herstellen. De grieven kunnen dus op zichzelf niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden.
3.4.
In
grief 4voert Wheels, kort gezegd, aan dat de kantonrechter ten onrechte de oorspronkelijke vordering van Wheels heeft afgewezen. Zij beroept zich - naar het hof begrijpt - in punt 37 van de memorie van grieven op haar stellingen in de inleidende dagvaarding en de als productie 11 bij de memorie van grieven overgelegde dagvaarding met bijlagen van Wheels in de in 2.1.6 genoemde procedure. Daarin voert Wheels ter onderbouwing van haar vorderingen, kort gezegd, het volgende aan.
[geïntimeerde] is met Wheels de in 2.1.1 genoemde autohuurovereenkomsten aangegaan, op grond waarvan Wheels aan [geïntimeerde] een voertuig ter beschikking heeft gesteld, waarmee [geïntimeerde] werkzaamheden voor zijn werkgever [werkgever] kon verrichten. Volgens Wheels zijn er kosten ontstaan uit privégebruik van het voertuig door [geïntimeerde] , (niet verhaalbare) schade en verkeersovertredingen, die in de door haar aan [geïntimeerde] verstuurde facturen (zie 2.1.3) staan vermeld. Deze kosten komen op grond van de (algemene voorwaarden in de) overeenkomsten voor rekening van [geïntimeerde] .
3.5.
Als meest verstrekkend verweer heeft [geïntimeerde] aangevoerd dat de vorderingen van Wheels zijn verjaard omdat deze meer dan vijf jaar geleden opeisbaar zijn geworden en Wheels - volgens [geïntimeerde] - geen stuitingshandelingen heeft verricht.
3.6.
Wheels heeft bij haar laatste akte tien aan [geïntimeerde] gerichte aanmaningsbrieven overgelegd. [geïntimeerde] heeft, hoewel daartoe op de rol in de gelegenheid gesteld, op die akte niet gereageerd. [geïntimeerde] heeft (de ontvangst van) deze stukken aldus niet (voldoende) weersproken. Dit betekent dat Wheels haar stelling dat zij de verjaring van haar vorderingen heeft gestuit, voldoende heeft onderbouwd en dat het beroep van [geïntimeerde] op verjaring faalt.
3.7.
Subsidiair bestrijdt [geïntimeerde] de hoogte van de vorderingen van Wheels. [geïntimeerde] betwist de
schadedie op 12 augustus 2008 door Wheels zou zijn geconstateerd. [geïntimeerde] stelt dat hij per 3 augustus 2008 gedetineerd was in Zwitserland, dat de auto schadevrij voor zijn woning in [woonplaats] stond geparkeerd en dat medewerkers van Wheels de auto ongeveer een week later hebben opgehaald, waartoe de huisgenoot van [geïntimeerde] de autosleutels heeft afgegeven. Enige schade die door de inname van het voertuig is ontstaan, dient dan ook voor rekening van Wheels te blijven, aldus [geïntimeerde] . [geïntimeerde] voert in verband daarmee aan dat ten onrechte driemaal het
eigen risicobij schade ad € 250,00 in rekening is gebracht (eenmaal in de factuur van 20 augustus 2008 met vermelding van de datum “12-08-08” en tweemaal in de factuur van 9 september 2008 met vermelding van de datum “2-09-08”). Op grond van artikel 7 van de algemene voorwaarden kan voorts, aldus [geïntimeerde] , slechts eenmaal per schadegeval het eigen risico van € 250,00 in rekening worden gebracht. Ten aanzien van de in rekening gebrachte
extra kilometers(12643 km ad € 1.390,73) voert [geïntimeerde] aan dat hij het voertuig alleen voor zakelijk vervoer heeft gebruikt en dus niet voor privédoeleinden en dat deze kosten daarom, voor zover die kosten al zijn gemaakt, hetgeen wordt betwist, op grond van de autohuurovereenkomsten bij zijn werkgever in rekening moeten worden gebracht. Ook de in de facturen vermelde
bekeuringen(van 1 augustus 2008 ad € 75,07 en 3 augustus 2008 ad € 75,07) worden door [geïntimeerde] betwist.
3.8.
Naar aanleiding van dit subsidiaire verweer van [geïntimeerde] overweegt het hof als volgt. Wheels wordt in de gelegenheid gesteld alsnog - bij akte - te reageren op de betwisting van [geïntimeerde] dat de overeenkomsten van partijen grond bieden voor het vorderen van driemaal eigen risico en betaling van extra kilometers. [geïntimeerde] heeft de omvang van de in rekening gebrachte extra kilometers en de in rekening gebrachte bekeuringen gemotiveerd betwist en in zijn verweer ligt een betwisting besloten van de verschuldigdheid van de in rekening gebrachte schoonmaakkosten, brandstof, tankkosten en administratiekosten. Gelet op het bewijsaanbod van Wheels zal het hof Wheels toelaten tot het leveren van bewijs van haar stellingen ten aanzien van deze posten. Het hof gaat vooralsnog ervan uit dat Wheels dit bewijs schriftelijk wenst te leveren. Het hof gaat ervan uit dat Wheels in ieder geval de bekeuringen die zij aan haar vorderingen ten grondslag legt, zal overleggen en dat zij zal toelichten waarom driemaal het eigen risico in rekening is gebracht. Als Wheels bewijs door getuigen wenst te leveren zal zij daarom bij akte kunnen verzoeken.
3.9.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.Beslissing

Het hof:
draagt Wheels op bewijs te leveren van haar stellingen ten aanzien van de door haar gevorderde schade van 12 augustus 2008, extra kilometers en bekeuringen;
verwijst de zaak naar de rol van 3 mei 2016 voor het nemen van een akte aan de zijde van Wheels van de onder 3.8 omschreven inhoud, waarop [geïntimeerde] op een termijn van vier weken zal mogen reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.M. Polak, J.C.W. Rang, J.E. Molenaar en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 5 april 2016.