ECLI:NL:GHAMS:2016:1279
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.V.T. de Bie
- A.N. van de Beek
- M. Meerman-Padt
- Rechtspraak.nl
Verzoek om benoeming van de gecertificeerde instelling tot voogd over een minderjarige in het kader van afstammingskwesties
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om de gecertificeerde instelling (GI) te benoemen tot voogd over een minderjarige. De Raad had dit verzoek ingediend omdat de man en de vrouw, die de minderjarige opvoeden, niet konden aantonen dat de minderjarige uit de vrouw is geboren. De vrouw en de man zijn in 1997 in Egypte gehuwd en hebben op 15 maart 1997 in Egypte gescheiden. De minderjarige is geboren in 2010 in Marokko en is op basis van een nooddocument in Nederland ingeschreven. De gemeente Amsterdam heeft geweigerd de afstammingsgegevens van de minderjarige te registreren in de gemeentelijke basisadministratie, wat leidde tot een rechtszaak die uiteindelijk door de Raad van State werd bevestigd.
Tijdens de zittingen heeft de vrouw verklaard dat zij door middel van kunstmatige voortplantingstechnieken zwanger is geworden van de minderjarige, maar het hof heeft twijfels over de juistheid van deze claim. De Raad heeft bezorgdheid geuit over de mogelijkheid van kinderontvoering of -handel, gezien de onduidelijkheid over de afkomst van de minderjarige. Het hof heeft uiteindelijk besloten dat het in het belang van de minderjarige is dat hij bij de vrouw en de man blijft wonen, en heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de GI niet als voogd werd aangesteld. Het hof benadrukt dat het belang van het kind voorop staat en dat er geen zorgen zijn over de verzorging en opvoeding door de vrouw en de man.