Uitspraak
hierna: zaak A) en 13-731013-13 (
hierna: zaak B) tegen
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
Vonnis waarvan beroep
Uitleg van de tenlastelegging
Gevoerde verweren en uitdrukkelijk onderbouwde standpunten
Geldigheid inleidende dagvaarding zaak A feit 2 en zaak B feit 2
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Vrijspraak zaak A feit 1 en 2 ten aanzien van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3]
Vrijspraak zaak A feit 3 (deelname aan criminele organisatie)
Partiële vrijspraak zaak B feit 1 en 2
Vormverzuimen en bewijsuitsluiting
Bewijsverweer ten aanzien van [slachtoffer 4] (zaak A feit 1 en 2)
hierna: [medeverdachte 1]) voor haar zorgde en op haar lette, hetgeen in een relatie gewoon is. De ouders van [slachtoffer 4] en haar broer hebben verklaard dat zij een liefdevolle relatie had met [medeverdachte 1] . [slachtoffer 4] loog in telefoongesprekken. De verdediging acht het, als alternatief scenario, waarschijnlijker dat ze nu liegt omdat ze niet de aandacht krijgt die ze wil nu [medeverdachte 1] weg is.
- [slachtoffer 4] stuurde veelvuldig sms-berichten, met in aantal wisselende kruisjes, aan [medeverdachte 1] , waarna hij haar direct na deze sms’jes terugbelde. Dit ondersteunt de verklaring van [slachtoffer 4] dat zij een sms-bericht aan [medeverdachte 1] moest sturen als zij een klant had, waarbij een “x” in het bericht betekende: € 50 en de vermelding van “xx” € 100.
- [medeverdachte 1] is op 7 maart 2010 in verband met de mishandeling van een klant van [slachtoffer 4] op de Wallen in Amsterdam aangehouden.
- De broer van [slachtoffer 4] heeft op 11 november 2014 als getuige bij de raadsheer-commissaris verklaard een keer op de webcam te hebben gezien dat [slachtoffer 4] blauwe plekken had op haar arm en middel.
- Uit tapgesprekken blijkt dat [medeverdachte 1] op 5 januari 2012 tegen [verdachte] heeft gezegd dat hij een auto gevonden had, een S4 voor 9600 in Den Bosch. Verbalisanten hebben op 5 januari 2012 gezien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] op 5 januari 2012 bij autobedrijf “ [bedrijf] ” in Den Bosch naar binnen zijn gegaan en in een auto gingen zitten.
Nadere bewijsoverwegingen ten aanzien van [slachtoffer 4] (zaak A feit 1 en 2)
Kijk in de spiegel, jij bent niet eens 50 euro waard. Zij vond dat zij
in zijn handen was, zijn familie was er de hele tijd. [11] [12]
office’ zien waar zij kon werken. [20] [slachtoffer 4] stond vanaf op 17 februari 2010 bij de Kamer van Koophandel ingeschreven als prostituee. [21]
omdat hij iemand op straat met een stalen knuppel heeft geslagen. [29]
(het hof begrijpt: [familielid 1 van medeverdachte 1] ),aan de [adres 2] in Hoogeveen. Zij moest één keer per week haar geld in de woning in Hoogeveen achterlaten. [medeverdachte 1] had gezegd dat ze dit moest doen. Toen zij geld nodig had voor een behandeling van ontstoken tandvlees, heeft [bijnaam van familielid 1 van medeverdachte 1] haar gezegd dat zij daar geen geld had. [33] [slachtoffer 4] moest [verdachte] € 2000 betalen omdat hij haar naar Groningen had gebracht. [medeverdachte 1] heeft [verdachte] ook een envelop met € 3000 gegeven voor anabolen. [34]
nee alleen [bijnaam van verdachte] (hof: [verdachte] ), hij is verre familie. [man 4] is nog verdere familie, [neef van medeverdachte 1] ook. Ik heb geen andere vrienden. [43]
zij werkte soms de hele week, soms een dag niet. Eén dag per week had ze vrij. [57] Ze werkte soms vanaf 19 uur, soms 22.00 uur, tot ongeveer 3 uur a 3.30 uur. [58]
Hij zei je moet precies doen als [bijnaam van slachtoffer 2]( [slachtoffer 2] )
en [bijnaam van slachtoffer 3]( [slachtoffer 3] )
, hun sturen een smiley, je moet ook zoiets gaan doen. Dat kruisje was een idee van [medeverdachte 1] of [bijnaam van verdachte] .
waarom moet [bijnaam van verdachte] alles weten, hoeveel ik verdien, hoeveel klanten ik heb. Dan begon het slaan en het geweld. [66] Ook blijkt uit stukken in het telecomdossier dat [slachtoffer 4] met [medeverdachte 1] moest overleggen indien zij geld voor zichzelf wilde houden. [67]
haarnaam (het hof begrijpt: op naam van [slachtoffer 4] ) stond.
als je mij verlaat, heb je één week de tijd om Nederland te verlaten. Anders wordt je leven een nachtmerrie. Ik zei:
Nederland is toch niet van jou? Hij zei:
je ziet het wel, het is wel van mij. [89]
ga hem dan aan de kit opgeven. Daarop heeft [slachtoffer 4] gezegd:
en waar moet ik dan blijven, als ik naar de kit ga? Iedereen van hem is hier. [90] [slachtoffer 4] sprak in een ander gesprek over gedwongen liefde. [91]
This are not the conditions that I like. [96]
Gefeliciteerd! Vanaf nu zal het(klinkt volgens de tolk als:)
storm lopen. [medeverdachte 1] heeft tijdens de reis naar en [stad] op 2 december 2011 een aantal malen telefonisch contact gehad met [verdachte] , die gedetailleerd op de hoogte was van de operatie [99] en ook nadien persoonlijk adviezen gaf over het al dan niet verwijderen van het verband zonder [medeverdachte 1] en/of [slachtoffer 4] te laten overleggen met [slachtoffer 2] die een zelfde operatie had ondergaan. [100] [101] Het past in het door [slachtoffer 4] geschetste beeld dat zij geen contact met [slachtoffer 2] mocht onderhouden, waar pas verandering in kwam toen [medeverdachte 1] en [verdachte] in voorlopige hechtenis verbleven in de onderhavige zaak.
ja. [verdachte] is in het algemeen veel op de Wallen gesignaleerd als iemand die zich bemoeit met (het werk van) prostituees. Ook [slachtoffer 1] noemt hem als iemand die prostituees uitbuit.
Nadere bewijsoverwegingen ten aanzien van [slachtoffer 2] (zaak A feit 1 en 2)
This are not the conditions that I like. [117]
Ze wisten: daar is de vrouw van [medeverdachte 1] , daar is die van [bijnaam van verdachte] , en die andere van [bijnaam van verdachte] .Niet alleen zij werd gecontroleerd maar ook de rest. [118] [verdachte] wordt [bijnaam van verdachte] genoemd.
je moet precies doen als [bijnaam van slachtoffer 2] ( [slachtoffer 2] ) en [bijnaam van slachtoffer 3] ( [slachtoffer 3] ), hun sturen een smiley, je moet ook zoiets gaan doen. Dat kruisje was een idee van [medeverdachte 1] of [bijnaam van verdachte] . [122]
Nadere bewijsoverwegingen inzake [slachtoffer 5] (zaak B feit 1)
als het je niet aanstaat, kun je naar huis; je hebt geen andere keus”. [slachtoffer 5] is vervolgens daadwerkelijk in de prostitutie gaan werken.
Voorwaardelijk verzoek horen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5]
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
contantegeldbedragen, levert geen strafbaar feit op. De verdachte dient derhalve in zoverre van alle rechtsvervolging te worden ontslagen. Voornoemde contante geldbedragen zijn immers onmiddellijk uit het (in zaak A onder 1 bewezenverklaarde) eigen misdrijf van de verdachte afkomstig en het enkele voorhanden hebben daarvan kan niet hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geld, zodat het feit in zoverre niet als witwassen kan worden gekwalificeerd.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van [slachtoffer 4]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
immateriëleschade heeft geleden tot na te melden bedrag. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen. Namens de benadeelde partij is expliciet alleen de verdachte aansprakelijk gesteld voor de immateriële schade, zodat het hof hem niet hoofdelijk aansprakelijk zal stellen.
immateriëleschade een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
54 maanden.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de benadeelde partijen[slachtoffer 1] en [slachtoffer 6]
niet-ontvankelijkin hun vorderingen
.
€ 1.000 (duizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.000 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.