Uitspraak
[verzoeker 23],
mr. P. Haasen
mr. B. Verkerk, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. J.G. Princenen
mr. J.P.D. van de Klift, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
1..,
[belanghebbende 60],
Gerechtshof Amsterdam
In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 24 maart 2016, wordt het verzoek behandeld van de onderzoeker naar een verhoging van het budget voor een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de Rotterdamse Taxi Centrale RTC N.V. en RTC Franchise B.V. Dit onderzoek was eerder bevolen bij beschikking van 11 september 2015, waarbij het budget was vastgesteld op € 50.000, exclusief omzetbelasting. In de daaropvolgende beschikkingen van 18 september en 2 december 2015 werd de onderzoeker aangewezen en het budget verhoogd tot € 60.000. Op 10 maart 2016 verzocht de onderzoeker om een tweede verhoging van het budget met € 10.000, wat aanleiding gaf tot deze beschikking.
De Ondernemingskamer overweegt dat de onderzoeker voldoende heeft toegelicht waarom de verhoging van het budget gerechtvaardigd is, gezien de omvang van het commentaar op het conceptonderzoeksverslag en het verwachte tijdsbeslag voor de verdere werkzaamheden. De Ondernemingskamer oordeelt dat het verzoek niet onredelijk is en besluit het budget te verhogen tot € 70.000, exclusief omzetbelasting. Tevens wordt bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van de betrokken vennootschappen en dat zij aanvullende zekerheid moeten stellen voor de betaling van het verhoogde bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.