Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
WONINGSTICHTING ROCHDALE,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 maart 2016 uitspraak gedaan in een hoger beroep van een kort geding. De zaak betreft een vordering tot ontruiming van een gehuurde parkeerplaats door de woningstichting Rochdale tegen de huurder [X]. Rochdale stelt dat de huurovereenkomst voor de parkeerplaats rechtsgeldig is opgezegd door de gemeente Amsterdam, en dat de parkeerplaats niet onder het beschermingsregime van woonruimte valt. De huurder [X] betwist dit en stelt dat er connexiteit bestaat tussen de parkeerplaats en de gehuurde woonruimte, waardoor het beschermingsregime van toepassing zou zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de parkeerplaats op zichzelf beschouwd geen woonruimte of bedrijfsruimte is, en dat de opzegging van de huurovereenkomst door de gemeente rechtsgeldig was. Het hof heeft de vordering van Rochdale toegewezen en [X] veroordeeld tot ontruiming van de parkeerplaats binnen dertig dagen na betekening van het arrest, op straffe van een dwangsom. Tevens is [X] veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.