ECLI:NL:GHAMS:2016:1182
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.M.A. Verscheure
- W.H.F.M. Cortenraad
- M.A. Goslings
- Rechtspraak.nl
Huur van bedrijfsruimte in Thailand en de gevolgen voor achterstallige huursommen en borgsom
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende een huurovereenkomst tussen [geïntimeerde] en Eurasia Business Co., Ltd. voor een bedrijfsruimte in Pattaya, Thailand. De huurovereenkomst, aangegaan op 19 september 2011, had een looptijd van drie jaar en de huurprijs bedroeg THB 50.000,- per maand. Eurasia heeft de bedrijfsruimte in februari 2013 verlaten, maar de borgsom van THB 150.000,- is niet terugbetaald. [appellant], die medeaandeelhouder en later bestuurder van Eurasia was, vordert de terugbetaling van de borgsom, die volgens hem aan hem is overgedragen. [geïntimeerde] heeft echter tegenvorderingen ingesteld voor achterstallige huurpenningen over de maanden januari tot en met oktober 2013, die in totaal EUR 14.606,04 bedragen.
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de vordering van [appellant] afgewezen en de tegenvordering van [geïntimeerde] gedeeltelijk gegrond verklaard. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat [geïntimeerde] bevoegd is om de borgsom te verrekenen met de tegenvordering voor achterstallige huurpenningen. Het hof stelt vast dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd door Eurasia en dat de huurprijs tot de verhuur aan een derde op 1 november 2013 verschuldigd bleef. [appellant] heeft niet voldoende feiten gesteld om de tegenvordering van [geïntimeerde] te betwisten, waardoor zijn vordering niet kan worden toegewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep.