ECLI:NL:GHAMS:2016:113
Gerechtshof Amsterdam
Collectieve vordering van vakbond tegen werkgever inzake eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden
In deze zaak heeft de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De FNV vorderde dat PontMeyer N.V. en aanverwante vennootschappen de eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden voor een groep werknemers, aangeduid als de 'Boven cao-werknemers', ongedaan zouden maken. De kantonrechter had de FNV niet-ontvankelijk verklaard, omdat er volgens hem geen sprake was van gelijksoortige belangen in de zin van artikel 3:305a BW. De FNV stelde dat de eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden door PontMeyer onrechtmatig was en dat zij als vakbond het recht had om deze belangen te behartigen, ook voor niet-leden. Het hof oordeelde dat de grief van de FNV slaagde, en dat de verschillende cao's en afspraken niet in de weg stonden aan de mogelijkheid om een collectieve vordering in te stellen. De zaak werd verwezen naar de rol voor verdere behandeling, waarbij partijen de gelegenheid kregen om hun standpunten te verduidelijken. Het hof hield iedere verdere beslissing aan.