ECLI:NL:GHAMS:2016:1111
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Lolkema
- P.A.M. Hoek
- M.J.A. Plaisier
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens belediging van ambtenaar
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 4 augustus 2014. De verdachte, geboren in Marokko in 1977, was aangeklaagd voor het opzettelijk beledigen van een ambtenaar, te weten een hoofdagent van de Politie Amsterdam-Amstelland, door deze een middelvinger op te steken. Tijdens de zitting in hoger beroep op 10 maart 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.
De tenlastelegging is gewijzigd en het hof heeft vastgesteld dat de verdachte ontkent de belediging te hebben gepleegd. Hij beweert dat hij naar de verbalisant heeft gezwaaid in plaats van een middelvinger heeft opgestoken. Het hof heeft het proces-verbaal van bevindingen, waarin de verbalisant zijn ervaring van de gebeurtenis beschrijft, in overweging genomen. Ondanks dat het proces-verbaal op de juiste wijze is opgemaakt, heeft het hof geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. Het hof heeft geen overtuiging gekregen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters M. Lolkema, P.A.M. Hoek en M.J.A. Plaisier aanwezig waren. De uitspraak is gedaan op een openbare zitting.