ECLI:NL:GHAMS:2016:1081
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurprijsverlaging en bewijsaanbod in civiele procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat [appellant] heeft ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. Het geschil betreft de huurprijs van een woning die [geïntimeerde] van [appellant] huurde. Gedurende de huurperiode van 15 december 2012 tot en met 30 juni 2014 heeft [geïntimeerde] een huurprijs van € 550,00 per maand betaald, ondanks een daklekkage die zij meerdere keren aan [appellant] heeft gemeld. De Huurcommissie heeft op 23 juni 2014 beslist dat de huurprijs tijdelijk verlaagd moest worden tot € 181,38 per maand vanwege ernstige gebreken in de woning. [appellant] heeft in eerste aanleg gevorderd dat de kantonrechter deze beslissing van de Huurcommissie zou vernietigen, maar de kantonrechter heeft zijn vorderingen afgewezen en die van [geïntimeerde] gehonoreerd.
In hoger beroep betoogt [appellant] dat de kantonrechter essentiële vormen van het procesrecht heeft geschonden door hem niet toe te laten tot bewijslevering en door hem te confronteren met een verrassingsbeslissing. Het hof oordeelt dat het hoger beroep niet ontvankelijk is, omdat de kantonrechter een beslissing heeft genomen waartegen geen hogere voorziening openstaat. Het hof concludeert dat er geen sprake is van schending van fundamentele rechtsbeginselen en dat de kantonrechter de zaak eerlijk en onpartijdig heeft behandeld. Het hoger beroep wordt verworpen en het vonnis in reconventie wordt bekrachtigd, waarbij [appellant] wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.