Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
[appellant sub 2],
[appellante sub 3],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
de in het bestemmingsplan voorziene woningbouw’). Volgens [appellanten] is de situatie thans feitelijk niet anders dan destijds. Ook is het niet relevant dat thans een nieuw en ander bestemmingsplan geldt dan in de periode waarop het genoemd arrest betrekking had en maakt dat niet dat het voorkeursrecht is komen te vervallen. Volgens hen is bepalend de vraag of op het onderhavige perceel de voorziene woningbouw uit het bestemmingsplan van 1989 ( en de daarop gebaseerde uitwerkingsplannen) is gerealiseerd, hetgeen niet het geval is. Ook de omstandigheid dat het perceel de bestemming tuin heeft gekregen is niet relevant voor de beoordeling, aldus [appellanten]