3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( a) Ymere verhuurt aan [appellant] de woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning). Het betreft een eenkamerappartement.
( b) De firma Feenstra (hierna: Feenstra) heeft op 22 maart 2013 de geiser in de woning afgekeurd en buiten werking gesteld. In een door Feenstra ingevuld formulier staat onder meer:
“Omschrijving werkzaamheden/reden servicebezoek:
Onderdeel vervangen en getest.
OPEN TOESTEL TEVEEL PPM
<200
AFGEKEURD!
Onderdeel er weer uit gehaald TOESTEL ONKLAAR GEMAAKT”
( c) Ymere heeft [appellant] bij brieven van 5 april 2013 en 9 september 2013 verzocht contact op te nemen met de firma Feenstra voor het maken van een afspraak voor het vervangen van de geiser door een tapketel. In de brief van 5 april 2013 heeft Ymere hem meegedeeld dat de huur inclusief servicekosten niet wordt gewijzigd.
( d) Ymere heeft bij brieven van 12 november 2013 en 10 december 2013 aan de gemachtigde van [appellant] toegelicht waarom zij tot plaatsing van een tapketel wenst over te gaan. Ymere is in laatstgenoemde brief ingegaan op de bezwaren tegen plaatsing zoals die onder meer in de brief van 18 november 2013 van de gemachtigde van [appellant] zijn geuit.
( e) Naar aanleiding van een brief van de gemachtigde van Ymere van 27 januari 2014 waarin is aangekondigd dat een procedure wordt gestart indien [appellant] niet akkoord gaat met de installatie van een tapketel in de woning, heeft de gemachtigde van [appellant] kenbaar gemaakt dat [appellant] geen medewerking zal verlenen aan de plaatsing van een tapketel.
( f) In de eerste aanleg van dit geding heeft Ymere gevorderd:
1. voor recht te verklaren dat het voorstel van Ymere met betrekking tot het verwijderen en het vervangen van de geiser in de woning van [appellant] een redelijk voorstel is in de zin van artikel 7:220 lid 2 BW alsmede dat [appellant] aan voornoemd voorstel is gebonden;
2. [appellant] te veroordelen om vanaf de vierde dag na betekening van het te wijzen vonnis de uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot het verwijderen van de geiser en de aanleg van de tapketel Intergas HRE (met toebehoren) in de woning van [appellant] te gedogen en daaraan - ter uitsluitende beoordeling van Ymere - alle noodzakelijke medewerking te verlenen, waaronder de door Ymere met de uitvoering van de werkzaamheden belaste perso(o)n(en) toe te laten voor de uitvoering van die werkzaamheden, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
3. Ymere te machtigen om zich vanaf de vierde dag na betekening van het te wijzen vonnis de toegang te verschaffen tot de woning van [appellant] , teneinde de hiervoor onder 2 genoemde werkzaamheden uit te (laten) voeren, indien en voor zover [appellant] weigert om de uitvoering van deze werkzaamheden te gedogen en daaraan - ter uitsluitende beoordeling van Ymere - alle noodzakelijke medewerking te verlenen,
alles met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
( g) Na verweer van [appellant] heeft de kantonrechter de vorderingen onder 1 en 2 toegewezen, die onder 3 afgewezen en [appellant] in de proceskosten veroordeeld.
3.2.1.Met
grief 1stelt [appellant] aan de orde dat hij ervan overtuigd is dat Ymere geen rechtmatig verhuurder van de woning is. Volgens hem blijkt uit een document dat zich bevindt in de boekhouding van Ymere en in het archief van Bouw- en Woningtoezicht Amsterdam, te weten een pacht-/beheerovereenkomst tussen Bouw- en Woningtoezicht en [A] van Ymere, dat alleen een natuurlijk persoon verhuurder/beheerder van de woning mag zijn. Om het bewijs van zijn zojuist vermelde stelling te kunnen leveren, vordert [appellant] inzage in of overlegging van dat stuk.
3.2.2.Tussen partijen staat vast dat Ymere de woning aan [appellant] heeft verhuurd. Of zij dat rechtmatig heeft gedaan, regardeert [appellant] niet, reeds omdat uit niets blijkt dat de eigenaar, indien dat al een ander dan Ymere is, er bezwaar tegen heeft dat Ymere dit doet. Om die reden faalt de grief en zal het hof de vordering ex art. 843a Rv, waarbij [appellant] geen rechtmatig belang heeft, afwijzen.