Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Omvang van het hoger beroep
[slachtoffer 1] , althans de medeplichtigheid aan dit misdrijf. Door de rechtbank is de verdachte vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging. In de akte, waarbij door de verdachte tegen het vonnis van de rechtbank hoger beroep is ingesteld, heeft de verdachte te kennen gegeven dat het door hem ingestelde hoger beroep niet ziet op deze vrijspraak.
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 20 december 2011 te Purmerland, gemeente Landsmeer en/of in de Gemeente Landsmeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op of omstreeks 20 december 2011 te Purmerland, gemeente Landsmeer en/of in de Gemeente Landsmeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 augustus 2009 tot en met 15 februari 2012 te Nijkerk (in/vanuit een pand aan de [adres 1] ) en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad (telkens) een groot aantal/ grote aantal(len) hennepplanten en/of delen daarvan, waaronder in elk geval 5208 hennepstek(ken) en/of 352 hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet.
Vonnis waarvan beroep
Ten aanzien van feit 2
- hij op de Kanaaldijk reed met [slachtoffer 1] in zijn auto;
- hij werd klemgereden door een rode Renault;
- hij meerdere personen uit de Renault zag komen;
- in elk geval één van die personen een machinegeweer vast had;
- [slachtoffer 1] uitstapte;
- hij hoorde dat er werd geroepen: “blijf staan mother fucker” of iets van soortgelijke aard of strekking;
- hij een schot hoorde;
- hij [slachtoffer 1] op de grond naast de passagiersdeur van zijn auto zag zitten en hij niet bewoog;
- [slachtoffer 1] daarna werd opgepakt en richting de achterkant van de auto werd gedragen;
- even later werd geschreeuwd: “nou is ie in het water”;
- hij vervolgens de passagiersdeur van zijn auto dicht heeft gedaan;
- hoewel hij geen bloed heeft gezien hij wel bang was dat er bloed aan zijn auto zat en hij zijn auto heeft schoongemaakt.
.
uitvoeringvan de levensberovingen. Dat hoeft op zichzelf aan een bewezenverklaring van medeplegen niet in de weg te staan.
Bewezenverklaring
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 20 december 2011 te Purmerland, gemeente Landsmeer, tezamen en in vereniging, opzettelijk [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] van het leven hebben beroofd, immers hebben die [medeverdachte 1] en die [medeverdachte 2] en die [medeverdachte 3] met dat opzet,
hij in de periode van 17 augustus 2009 tot en met 15 februari 2012 te Nijkerk (in een pand aan de [adres 1] ) en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en bewerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd en opzettelijk aanwezig heeft gehad telkens een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, waaronder in elk geval 5208 hennepstekken en 352 hennepplanten.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
onder 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren, met aftrek van voorarrest.
27 januari 2016 de verdachte vele malen eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens overtreding van de Opiumwet tot (on)voorwaardelijke gevangenisstraffen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
€ 6.367,41 (zesduizend driehonderdzevenenzestig euro en eenenveertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 6.367,41 (zesduizend driehonderdzevenenzestig euro en eenenveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
66 (zesenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 3.221,43 (drieduizend tweehonderdeenentwintig euro en drieënveertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 3.221,43 (drieduizend tweehonderdeenentwintig euro en drieënveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
42 (tweeënveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.