Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
TOP MEHRWERT-LOGISTIK GMBH & CO. KG,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- a) Op 6 oktober 2006 heeft Top met Getronics Deutschland GmbH (hierna: Getronics Deutschland) een raamovereenkomst gesloten betreffende logistieke dienstverlening ten behoeve van Kodak Alaris Inc. (destijds een klant van Getronics Deutschland, hierna te noemen: Kodak). Deze dienstverlening hield onder meer in dat Getronics Deutschland in Europa, het nabije Oosten en Afrika voor Kodak exclusief de IT-service verleende voor de door Kodak in winkels opgestelde foto-kiosks, waarin consumenten onder meer foto-afdrukken, fotoalbums en van een foto voorziene kaarten kunnen maken. Getronics Deutschland maakte om haar diensten aan Kodak te kunnen leveren gebruik van onderaannemers, waaronder Top.
- b) Na de overname van de positie van Getronics Deutschland door Getronics, is Top opdrachtneemster van Getronics geworden.
- c) Vanaf medio juli 2007 geldt tussen Top en Getronics een Vendor Services Agreement (hierna: de Overeenkomst; productie 2 cva), die onder meer de volgende bepalingen bevat:
- e) De in 2007 tussen Getronics en Kodak gesloten overeenkomst kent een looptijd van (aanvankelijk) twee jaren en voorziet in verlenging met in beginsel steeds een jaar, tenzij één van de partijen op tijd aangeeft niet te willen verlengen. Vanaf december 2013 hebben Getronics en Kodak onderhandeld over verlenging van de overeenkomst. Uiteindelijk heeft Kodak laten weten de overeenkomst met Getronics niet te willen verlengen maar te kiezen voor een ander, te weten ICS International AG (hierna: ICS). De overeenkomst tussen Kodak en Getronics is geëindigd per 1 juli 2014.
- f) Bij brief van 17 april 2014 heeft (de advocaat van) Getronics aan Top geschreven dat Getronics heeft geconstateerd dat Top het concurrentiebeding uit artikel 15 lid 1 van de Overeenkomst (hierna: het concurrentiebeding) heeft geschonden. Getronics heeft Top gesommeerd om uiterlijk op 23 april 2014 de met de schending gemoeide boete van
- h) Getronics heeft ontdekt dat een of meerdere van haar medewerkers gedetailleerde informatie over de overeenkomst met Kodak hebben verschaft aan ICS. Deze medewerkers hebben ontslag genomen bij Getronics en zijn in dienst getreden bij ICS.
- i) Getronics heeft op 4 juli 2014 aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verzocht verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van Top onder zichzelf, met name op de vordering van Top op Getronics tot betaling van een aantal facturen tot een totaalbedrag van
3.Beoordeling
&Co. KG’). Nu de naam van Top in de appeldagvaarding ontbrak, bevatte deze een nietigheid in de zin van de artikelen 120/66 Rv (in verbinding de artikelen 45 lid 3 sub b (‘de naam’) en 111 leden 1 en 2 Rv). Voor zover vereist is aannemelijk dat Getronics door de onjuiste naamsaanduiding is benadeeld in de zin van artikel 66 lid 1 Rv, nu de in de appeldagvaarding genoemde TOP Mehrwert-Logistic GmbH een andere bestaande vennootschap is (verwarringsgevaar). Top heeft dit gebrek echter bij exploit van 1 september 2014, en derhalve vóór de roldatum van 2 september 2014, rechtsgeldig hersteld (artikelen 120/66 lid 2 Rv). Getronics is vervolgens in rechte verschenen en heeft, ook inhoudelijk, verweer gevoerd. Gesteld noch gebleken is dat Getronics is benadeeld door de wijze waarop Top het gebrek in de appeldagvaarding heeft hersteld. Dat betekent dat het gebrek op daartoe geëigende wijze is hersteld en dat voor niet-ontvankelijkheid geen grond bestaat. Het voorgaande wordt niet anders doordat Top de onjuiste aanduiding van haar naam (mogelijk) ook na het aanbrengen van de zaak had kunnen herstellen.
in order to build up consciously possible business activities for the assigned performances’). Dat geen contract tussen Top en Kodak tot stand is gekomen en Top, Kodak noch ICS hierop uit zijn geweest, is tussen partijen in confesso. Weliswaar ligt vanuit het belang van Getronics voor de hand dat met het concurrentiebeding werd beoogd te voorkomen dat Top de voor Getronics verrichtte werkzaamheden naderhand voor een ander zou verrichten, maar de vraag is of Top uit de bewoordingen van het concurrentiebeding dan wel anderszins moest begrijpen dat dit werd bedoeld (en niet slechts dat zij zelf de positie van Getronics niet mocht overnemen). Overigens zou in voormeld verband mogelijk ook een rol kunnen spelen of Top door voor ICS te gaan werken er financieel op vooruit ging. Verder is niet op voorhand duidelijk dat de mate waarin Top actief is geweest bij het (via ICS) in contact treden met Kodak valt onder het verbod met Kodak contact te leggen (
“to establisch direct contact (..) also not by third companies/partners ”). In dit verband zou mogelijk mede een rol kunnen spelen of en in hoeverre Top ICS heeft benaderd dan wel Top door ICS is benaderd. Voor zover Getronics heeft bedoeld de overtreding door Top van het concurrentiebeding te baseren op de (aanvullende of beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid), heeft zij hiertoe onvoldoende duidelijk en concreet feiten en omstandigheden aangevoerd.