Uitspraak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid openbaar ministerie
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 14 december 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen
hij op of omstreeks 14 december 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, nabij de Osdorper Ban, in elk geval op/aan de openbare weg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] te dwingen tot de afgifte van een geldbdrag van 150 euro, in elk geval van enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte zich naar voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] heeft begeven en/of waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - éénmaal of meermalen (dreigend) tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd: Dat zijn shirt weg is en dat zij ([slachtoffer 1] en/of A.S.S.[slachtoffer 2]) en/of [slachtoffer 3] (daarom) aan hem, verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) in totaal 150 euro moest(en) betalen en/of "Regel het geld snel, ik wil 150 euro hebben. Desnoods vragen jullie aan [slachtoffer 5] of je het geld kan lenen. Ik wil zien dat jullie wel het geld aan hem terug hebben gegeven" en/of Dat als zij met de politie zouden praten dat zij dan in een kofferbak zouden eindigen en/of dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) dit wel vaker had gedaan en/of "Als je aangifte doet dat dan ben je er geweest. Mijn broer is vrij en ik weet waar jij woont en waar jij werkt. Dan beland je gewoon in de achterbak van een auto. Ik weet waar je op school zit en in welke klas je zit", althans (telkens) woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
Bewijsoverwegingen
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
werkstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen jeugddetentie.
40 (veertig)uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden, of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
teruggaveaan [benadeelde], [adres 4] Amsterdam van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 300,00 (driehonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 300,00 (driehonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 329,00 (driehonderdnegenentwintig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 329,00 (driehonderdnegenentwintig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.