ECLI:NL:GHAMS:2015:814
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verrekeningsafspraak tussen aandeelhouders en de gevolgen voor vorderingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. [appellante] vorderde betaling van € 61.072,- van [geïntimeerde], die zij meende te vorderen uit opbrengsten van een motverbrandingsinstallatie. De rechtbank had echter geoordeeld dat er een verrekeningsafspraak bestond tussen [geïntimeerde] en de vennootschappen van de echtgenoot van [appellante], [Y]. Deze afspraak hield in dat de vorderingen van [geïntimeerde] op de vennootschappen van [Y] verrekend konden worden met de vordering van [appellante]. Het hof bevestigt dat de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank niet in geschil zijn en dat de verrekeningsafspraak bindend is voor [appellante]. Het hof oordeelt dat [appellante] niet kan volstaan met de stelling dat zij geen partij is bij de afspraak, aangezien haar advocaat in eerdere procedures heeft erkend dat haar vordering op [geïntimeerde] onder de verrekeningsafspraak valt. Het hof concludeert dat de vordering van [geïntimeerde] op de vennootschappen van [Y] de vordering van [appellante] overschrijdt, waardoor de vordering van [appellante] niet toewijsbaar is. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellante] in de proceskosten van het hoger beroep.