Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Het hof stelt vast dat [appellant] deze stellingen op geen enkele wijze heeft onderbouwd. Aangezien Rochdale betwist dat het om een huurachterstand van twee maanden gaat (volgens haar bedraagt de huurachterstand vijf maanden, maar zij licht dat op haar beurt niet toe) zal het hof, evenals de kantonrechter, uitgaan van een huurachterstand van drie maanden. Een dergelijke huurachterstand rechtvaardigt in principe de ontbinding van de huurovereenkomst.
Het hof stelt vast dat [appellant] ook deze stellingen op geen enkele wijze heeft onderbouwd en onderschrijft het oordeel van de kantonrechter dat, nu er geen sprake is van een door de rechtbank uitgesproken toepassing van de WSNP, het beroep van [appellant] op huurbescherming moet worden verworpen. Feiten en omstandigheden die aanleiding zouden kunnen zijn om [appellant] nog een tweede kans te geven zijn niet gesteld of gebleken.