ECLI:NL:GHAMS:2015:638

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 februari 2015
Publicatiedatum
2 maart 2015
Zaaknummer
200.139.449/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake onderzoekskosten en ter inzage legging verslag in de zaak Kinta c.v. en TICA U.A.

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 24 februari 2015, wordt ingegaan op de verzoeken van Kinta c.v. en andere verzoekers tegen de coöperatie TICA U.A. en de besloten vennootschap Clayre & Eef B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TICA, waarbij de kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op maximaal € 30.000. De onderzoeker heeft op 23 februari 2015 een verslag van het onderzoek ingediend, dat ter griffie van de Ondernemingskamer ligt voor belanghebbenden. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker, die uiterlijk op 4 maart 2015 schriftelijk moet worden ingediend. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.

De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking ook de relevante juridische artikelen uit het Burgerlijk Wetboek (artikel 2:353 lid 2 en artikel 2:350 lid 3) genoemd, die betrekking hebben op de ter inzage legging van het verslag en de vergoeding van de onderzoeker. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.139.449/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 24 februari 2015
inzake
1. de commanditaire vennootschap
KINTA C.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KITCHEN TREND PRODUCTS B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
3.
[Verzoeker 3],
gevestigd te Nieuwerkerk aan de IJssel,
4.
[verzoeker 4]
wonende te Uithoorn,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RUSTIK LYS B.V.,
gevestigd te Rijnsaterwoude,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROLIGHT AALSMEER B.V.,
gevestigd te Tienhoven,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FIDRIO B.V.,
gevestigd te Woerden,
8.
[verzoeker 8]
wonende te Huizen,
VERZOEKERS,
advocaten:
mr. S.N. Vlaar, kantoorhoudende te Den Haag,
t e g e n
de coöperatie
COÖPERATIE TRENDS-IN-CENTER-AALSMEER (TICA) U.A.,
gevestigd te Aalsmeer,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. B.W. Brouwer, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLAYRE & EEF B.V.,
gevestigd te Haelen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. H.M.L. Dings, kantoorhoudende te Venlo.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen worden hierna als volgt aangeduid:
verzoekers gezamenlijk als Kinta c.s.;
verweerster als TICA;
belanghebbende als C&E.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 27 februari 2014, 14 maart 2014 en 8 september 2014 (met zaaknummer 200.139.449/01 OK), en van 11 juni 2014 (met zaaknummer 200.139.449/02 OK).
1.3
Bij beschikkingen van 27 februari en 14 maart 2014 heeft de Ondernemingskamer - voor zover hier van belang - (i) een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TICA over de periode vanaf 1 oktober 2013, bepaald dat het onderzoek ten hoogste € 15.000 (exclusief BTW) mag kosten en mr. E.M. Soerjatin aangewezen als onderzoeker, en (ii) bij wijze van onmiddellijke voorziening het besluit van de algemene ledenvergadering van TICA van 29 november 2013 tot instemming met het door C&E uitgebrachte bod op alle aandelen in TICA Aalsmeer B.V. (hierna: TICA Aalsmeer) en tot goedkeuring van het besluit tot het vervreemden van de deelneming in TICA Aalsmeer, geschorst en het bestuur van TICA verboden om met gebruikmaking van dit besluit de aandelen in TICA Aalsmeer te vervreemden.
1.4
Bij beschikking van 8 september 2014 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het bevolen onderzoek naar het belang en de gang van zaken van TICA ten hoogste mag kosten verhoogd tot een bedrag van € 30.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.5
Bij brief van 23 februari 2015 heeft de onderzoeker het verslag van het in 1.3 bedoelde onderzoek met de daarbij behorende bijlagen aan de Ondernemingskamer doen toekomen. De griffier heeft het verslag met bijlagen heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.
1.6
Bij de in 1.5 genoemde brief heeft de onderzoeker een urenspecificatie overgelegd van alle in deze zaak verrichte werkzaamheden met betrekking tot het onderzoek. Voorts heeft de onderzoeker bericht dat zij haar declaratie beperkt tot € 30.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

2.Gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer heeft kennis genomen van het verslag van het onderzoek en de bijlagen. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, acht de Ondernemingskamer termen aanwezig om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
2.2
De Ondernemingskamer zal overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:350 lid 3 BW de vergoeding van de onderzoeker bepalen. De onderzoeker heeft daartoe de in 1.6 genoemde bescheiden overgelegd. Alvorens de vergoeding te bepalen, zal de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid stellen zich hierover uit te laten.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag met bijlagen van het bij beschikking van 27 februari 2014 bevolen onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Coöperatie Trends-In-Center-Aalsmeer (TICA) U.A ter griffie van de Ondernemingskamer ligt voor belanghebbenden;
stelt partijen in de gelegenheid zich uiterlijk op woensdag 4 maart 2015 schriftelijk uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse , voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en G.A. Cremers en prof. drs. E. Eeftink RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 24 februari 2015.