Uitspraak
[Verzoeker 3],
[verzoeker 4]
[verzoeker 8]
mr. S.N. Vlaar, kantoorhoudende te Den Haag,
mr. B.W. Brouwer, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. H.M.L. Dings, kantoorhoudende te Venlo.
Gerechtshof Amsterdam
In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 24 februari 2015, wordt ingegaan op de verzoeken van Kinta c.v. en andere verzoekers tegen de coöperatie TICA U.A. en de besloten vennootschap Clayre & Eef B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TICA, waarbij de kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op maximaal € 30.000. De onderzoeker heeft op 23 februari 2015 een verslag van het onderzoek ingediend, dat ter griffie van de Ondernemingskamer ligt voor belanghebbenden. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vergoeding van de onderzoeker, die uiterlijk op 4 maart 2015 schriftelijk moet worden ingediend. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.
De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking ook de relevante juridische artikelen uit het Burgerlijk Wetboek (artikel 2:353 lid 2 en artikel 2:350 lid 3) genoemd, die betrekking hebben op de ter inzage legging van het verslag en de vergoeding van de onderzoeker. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.