ECLI:NL:GHAMS:2015:591
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. van Haeringen
- R.G. Kemmers
- J. Kok
- Rechtspraak.nl
Belangenafweging inzake gezamenlijk gezag en omgangsregeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de omgangsregeling en het gezamenlijk gezag over het kind [X], geboren op 4 augustus 2007, uit de relatie tussen de man en de vrouw. De man heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Haarlem van 10 juli 2012 aangevochten, waarin zijn verzoek om gezamenlijk gezag werd afgewezen. De vrouw heeft op haar beurt verweer gevoerd en de bestreden beschikking bekrachtigd. Het hof heeft de zaak behandeld op verschillende zittingen, waarbij de communicatie tussen partijen en de ontwikkeling van de omgangsregeling centraal stonden. De man heeft betoogd dat de communicatie tussen hem en de vrouw is verbeterd, terwijl de vrouw dit tegenspreekt en stelt dat er nog steeds sprake is van een conflictueuze situatie. Het hof heeft vastgesteld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat [X] klem of verloren raakt tussen beide ouders, en heeft het verzoek van de man om gezamenlijk gezag afgewezen. De omgangsregeling is wel aangepast, waarbij is bepaald dat [X] bij de man verblijft eenmaal in de veertien dagen van vrijdagmiddag 14:30 uur tot zondagavond 18:00 uur, en dat de man verantwoordelijk is voor het halen en brengen van [X].