ECLI:NL:GHAMS:2015:5632

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 december 2015
Publicatiedatum
6 januari 2016
Zaaknummer
23-003363-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake overtreding van de APV Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 14 juli 2015 was gewezen. De verdachte was beschuldigd van het overtreden van artikel 2.7, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Amsterdam 2008. De tenlastelegging betrof het zich ophouden op de openbare weg, met de intentie om middelen als bedoeld in de Opiumwet te kopen of aan te bieden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich op 28 februari 2014 op de Oude Hoogstraat in Amsterdam heeft opgehouden, met de bedoeling om dergelijke middelen te kopen.

Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat dit vonnis slechts een aantekening bevatte volgens artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De verdachte is eerder veroordeeld en heeft een strafblad, wat het hof in zijn overwegingen heeft meegenomen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig wordt verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, en het hof heeft deze lijn gevolgd. Gezien de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de eerdere veroordelingen van de verdachte, heeft het hof besloten geen straf of maatregel op te leggen.

De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte wordt vrijgesproken van de overige tenlastegelegde feiten, het bewezen verklaarde als strafbaar wordt gekwalificeerd, maar er geen straf of maatregel wordt opgelegd. Dit arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

parketnummer: 23-003363-15
datum uitspraak: 23 december 2015
TEGENSPRAAK
(gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 14 juli 2015 in de strafzaak onder parketnummer
13-195883-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Forensisch Psychiatrisch Centrum [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
23 december 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 februari 2014 te Amsterdam zich op en/of aan de weg, te weten De Oude Hoogstraat heeft opgehouden, terwijl aannemelijk is, dat zulks gebeurde om middelen als bedoeld in art. 2 of 3 van de Opiumwet althans daarop gelijkende waar, en/of slaapmiddelen en/of kalmeringsmiddelen en/of stimulerende middelen of daarop gelijkende waar te kopen en/of te koop aan te bieden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij zich op 28 februari 2014 te Amsterdam op de weg, te weten De Oude Hoogstraat, heeft opgehouden, terwijl aannemelijk is, dat zulks gebeurde om middelen als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet althans daarop gelijkende waar te koop aan te bieden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Overtreding van artikel 2.7, tweede lid, van de APV 2008 Amsterdam.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf of maatregel

De kantonrechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot twee weken hechtenis.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder in beschouwing genomen dat de verdachte met zijn handelen overlast en hinder op de openbare weg heeft veroorzaakt en dat hij blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 11 december 2015 al diverse malen ter zake van onder meer soortgelijke strafbare feiten onherroepelijk is veroordeeld.
Uit voornoemde documentatie is eveneens gebleken dat de verdachte op 30 december 2014 door de rechtbank Noord-Nederland is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest en dat de rechtbank heeft bevolen dat de verdachte ter beschikking zal worden gesteld en van overheidswege zal worden verpleegd.
Gelet hierop en op het bepaalde in artikel 63 Wetboek van Strafrecht acht het hof het, met de advocaat-generaal en de raadsvrouw, raadzaam te bepalen dat aan de verdachte thans, in de onderhavige strafzaak, geen straf of maatregel wordt opgelegd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Plaisier, mr. M. Lolkema en mr. E.C.M. Bouman, in tegenwoordigheid van
mr. J. Mulder, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 23 december 2015.
Mr. Bouman is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.