ECLI:NL:GHAMS:2015:5560

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 december 2015
Publicatiedatum
30 december 2015
Zaaknummer
200.157.282/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van tijdelijk bestuurder in ondernemingsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 30 december 2015, gaat het om een verzoek tot ontheffing van mr. S.N. Schat uit zijn functie als tweede tijdelijk bestuurder van de besloten vennootschap ZED+. Dit verzoek is ingediend door mr. De Savornin Lohman, advocaat van ZED+, en is ondersteund door mr. Wakkie, de eerste tijdelijk bestuurder. De Ondernemingskamer had eerder, in een beschikking van 27 november 2014, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ZED+ en had mr. Wakkie benoemd tot tijdelijk bestuurder met doorslaggevende stem. De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen ook mr. S.N. Schat benoemd als tweede tijdelijk bestuurder.

Op 16 december 2015 heeft mr. De Savornin Lohman verzocht om Schat te ontheffen uit zijn functie, wat leidde tot een aantal reacties van andere partijen. Verzoeksters, aangeduid als Bambalia c.s., hebben bezwaar gemaakt tegen de ontheffing van Schat en verzocht om een mondelinge behandeling. De Ondernemingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek van Schat om ontheffing toewijsbaar is en dat er geen noodzaak is voor een mondelinge behandeling, aangezien het verzoek van Schat niet wordt betwist door de meeste andere partijen.

De Ondernemingskamer heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van Schat in te willigen en hem te ontheffen uit zijn functie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door een panel van rechters, waaronder de voorzitter G.C. Makkink, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.157.282/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 30 december 2015 inzake
1. de rechtspersoon naar het recht van Cyprus
BAMBALIA LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
2. de rechtspersoon naar het recht van Cyprus
GELVASER INVESTMENTS LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. J.H. Lemstra, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZED+ B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. H.A. de Savornin Lohman, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de rechtspersoon naar het recht van Luxemburg
WISDOM ENTERTAINMENT S.A.R.L.,
gevestigd te Luxemburg, Luxemburg,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. H.W.L. de Beauforten
mr. D.J.F.F.M. Duynstee, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de rechtspersoon naar het recht van Spanje
TORREAL S.A.,
gevestigd te Madrid, Spanje,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. C.C.A. van Resten
mr. M.H.R.N.Y Cordewener, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIMPELCOM HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.G.J. de Haan, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
4. de rechtspersoon naar het recht van Spanje
PLANETA CORPORACIóN S.L.,
gevestigd te Barcelona, Spanje,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.W.E. Eversen
mr. P.F.A. Spuijbroek, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

5 [A] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. K. Ruttenen
mr. J.R. Hurenkamp, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
e n t e g e n

6 [B] ,

wonende te [....] ,

7 [C] ,

wonende te [....] ,

8 [D] ,

wonende te [....] ,

9 [E] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
allen in persoon verschenen,
e n t e g e n

10 [F] ,

wonende te [....] ,

11 [G] ,

wonende te [....] ,

12 [H] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. E.M. Soerjatinen
mr. M.-C. Leijten, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

13 [I] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
e n t e g e n

14 Frank Herbert SCHREVE,

wonende te Naarden,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.I. Loosen, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen die in deze beschikking voorkomen worden hierna als volgt aangeduid:
verzoeksters gezamenlijk als Bambalia c.s.;
verweerster als ZED+;
belanghebbende sub 1 als Wisdom;
belanghebbende sub 3 als Vimpelcom;
belanghebbende sub 5 als [A] ;
belanghebbenden sub 10 tot en met 12 als [F] c.s.;
belanghebbende sub 14 als Schreve.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 27 november 2014, 3 december 2014, 16 december 2014, 13 februari 2015, 26 november 2015 en 3 december 2015 in deze zaak.
1.3
Bij de beschikkingen van 27 november 2014, 3 en 16 december 2014 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ZED+, mr. E. Hammerstein en mr. drs. F.A.L. van der Bruggen RA benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding, mr. P.N. Wakkie (hierna: Wakkie, of: de eerste tijdelijk bestuurder) benoemd tot bestuurder met doorslaggevende stem, een nader aan te wijzen en bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van ZED+ (hierna: de tweede tijdelijk bestuurder) en F.H. Schreve benoemd tot commissaris van ZED+, met doorslaggevende stem. In de beschikking van 27 november 2014 heeft de Ondernemingskamer voorts overwogen dat de Ondernemingskamer de tweede tijdelijk bestuurder op eerste verzoek van de door de Ondernemingskamer benoemde eerste tijdelijk bestuurder en/of commissaris zal aanwijzen en dat de Ondernemingskamer op een eventueel verzoek van een van partijen tot aanwijzing van de tweede tijdelijk bestuurder zal beslissen, nadat zij partijen in de gelegenheid zal hebben gesteld zich over de opportuniteit daarvan op dat moment (schriftelijk) uit te laten.
1.4
Bij de beschikking van 13 februari 2015 heeft de Ondernemingskamer – op het door partijen ondersteunde verzoek van mr. Wakkie – mr. S.N. Schat (hierna: Schat) aangewezen als tweede tijdelijk bestuurder van ZED+ zoals bedoeld in de beschikking van 27 november 2014.
1.5
Bij e-mail van 16 december 2015 heeft mr. De Savornin Lohman namens Zed+ en Schat verzocht om Schat te ontheffen uit diens functie van tijdelijk bestuurder van Zed+. Voorts heeft hij in die
e-mail laten weten dat Wakkie geen bezwaar heeft tegen het verzoek van Schat en dat Wakkie het thans niet nodig acht om in de plaats van Schat een andere tweede tijdelijk bestuurder als bedoeld in de beschikking van 27 november 2014 aan te wijzen.
1.6
Bij e-mail van 16 december 2015 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van Schat en Zed+.
1.7
Bij e-mail van 21 december 2015 heeft mr. Lemstra namens Bambalia c.s. bezwaar gemaakt tegen ontheffing van Schat, en – mocht de Ondernemingskamer voornemens zijn het verzoek van Schat en Zed+ in te willigen – verzocht een zitting te bepalen teneinde Bambalia c.s. in de gelegenheid te stellen nader inhoudelijk verweer te voeren tegen het ontheffingsverzoek en subsidiair verzocht om “
onverwijld” een vervangende bestuurder aan te stellen tot tweede tijdelijk bestuurder.
1.8
Bij e-mails van 21 december 2015 hebben mr. Rutten (namens [A] ), mr. Loosen (namens Schreve) en mr. Duynstee (namens Wisdom) laten weten geen bezwaar te hebben tegen ontheffing van Schat en dat benoeming van een andere tweede tijdelijk bestuurder niet nodig is. Bij e-mail van 21 december 2015 heeft mr. De Haan zich namens Vimpelcom ten aanzien van het ontheffingsverzoek gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer.
1.9
Bij brief van 21 december 2015 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer – desverzocht – partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op voormelde e-mail van mr. Lemstra.
1.1
Bij e-mails van 23 december 2015 hebben mr. Duynstee namens Wisdom en mr. Rutten namens [A] bezwaar gemaakt tegen de verzoeken van mr. Lemstra, en hun in e-mails van 21 december 2015 ingenomen standpunten gehandhaafd.
1.11
Bij e-mail van 23 december 2015 heeft mr. De Savornin Lohman het ontheffingsverzoek gehandhaafd.
1.12
Van de overige partijen is in dit verband niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Reeds omdat Schat daarom heeft verzocht, zal de Ondernemingskamer diens verzoek om uit de functie van tweede tijdelijk bestuurder van Zed+ ontheven te worden inwilligen. Het verzoek van Bambalia c.s. om ten aanzien van dit ontheffingsverzoek, met het oog op het voeren van nader verweer, een mondelinge behandeling te bepalen wordt verworpen, nu het ontheffingsverzoek aanstonds toewijsbaar is.
2.2
Ten aanzien van de invulling van de bij de beschikking van 27 november 2014 getroffen onmiddellijke voorziening tot benoeming van een tweede tijdelijke bestuurder oordeelt de Ondernemingskamer als volgt. Op 28 januari 2016 is de mondelinge behandeling geagendeerd van het op 5 november 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoek (geregistreerd onder zaaknummer 200.157.282/04 OK) van mrs. Soerjatin en Leijten namens [F] c.s. om bij wijze van onmiddellijke voorziening [A] te schorsen als bestuurder van Zed+. De vraag of de onmiddellijke voorziening tot benoeming van een tweede tijdelijke bestuurder gehandhaafd dient te worden en zo ja, op welke wijze invulling aan die voorziening moet worden gegeven, en hetgeen partijen ten aanzien daarvan over en weer hebben gesteld, kan op de terechtzitting van 28 januari 2016 eveneens nader aan de orde komen. Mede in aanmerking genomen dat Zed+, de door de Ondernemingskamer benoemde eerste tijdelijk bestuurder en commissaris de aanwijzing van een tweede tijdelijk bestuurder niet noodzakelijk achten, ziet de Ondernemingskamer onvoldoende aanleiding om thans – vooruitlopend op voormelde mondelinge behandeling ter gelegenheid waarvan de samenstelling van het bestuur van Zed+ reeds onderwerp van partijdebat zal zijn – een tweede tijdelijk bestuurder aan te wijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
ontheft mr. S.N. Schat te Bilthoven uit de functie van tweede tijdelijk bestuurder van Zed+, zoals bedoeld in de beschikking van 27 november 2014 in deze zaak;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. J. den Boer en
mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. P.R. Baart en prof. dr. R.A.H van der Meer RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 30 december 2015.
De voorzitter is buiten staat deze beschikking mee te ondertekenen.