ECLI:NL:GHAMS:2015:5285
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen en verbreking bij diefstal van een lokfiets van de Nationale Politie
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van diefstal met verbreking van een motorfiets, die toebehoorde aan de Nationale Politie. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond in de nacht van 3 op 4 maart 2015 te Amsterdam, waarbij de verdachte samen met anderen zou hebben geprobeerd een motorfiets te stelen door middel van braak en/of verbreking.
Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een veroordeling van de verdachte vroeg tot dezelfde straf als eerder opgelegd door de politierechter. Het hof heeft echter geconcludeerd dat, hoewel de verdachte aanwezig was met twee andere mannen, er geen bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking of enige uitvoeringshandelingen van de verdachte zelf. Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De beslissing is genomen op basis van het ontbreken van overtuigend bewijs, wat noodzakelijk is voor een bewezenverklaring. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.