3.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. [appellante] (geboren op 12 oktober 1993) is op 29 november 2008
bij Hema (vestiging Osdorpplein in Amsterdam) als kassière in dienst getreden.
b. Op 28 mei 2011 heeft [appellante] voor de ontvangst van de huisregels van de Hema getekend. In die huisregels is onder meer opgenomen dat diefstal en fraude in principe leiden tot een beëindiging van het dienstverband en aangifte bij de politie.
c. Hema heeft een gemis aan inkomsten uit de verkoop van mode artikelen geconstateerd, waarna een onderzoek is ingesteld, waarbij onder meer camera’s ter hoogte van de kassières zijn geplaatst. Uit de beelden, die op 21 mei 2011 en 23 juli 2011 met die camera’s zijn opgenomen, is gebleken dat [appellante] bij een tweetal klanten een grote hoeveelheid mode artikelen niet heeft afgerekend. [appellante] is hierover op zaterdag 6 augustus 2011 door de bedrijfsrechercheur [V], in het bijzijn van de HR adviseur [X], gehoord. Van dit gesprek is een verslag gemaakt dat door [appellante] is ondertekend. In dat verslag is onder meer het volgende opgenomen:
U vertelt dat u onderzoek heeft gedaan naar het meegeven van goederen, naar
aanleiding van de hoge derving op de mode afdeling. Naar aanleiding van dit
onderzoek wilt u een gesprek met mij omdat u gezien heeft dat ik op onder andere 23
juli 2011 goederen aan twee vrouwen meegeef zonder deze goederen te laten betalen.
(..…) Ik (…) heb inderdaad veelvuldig tassen vol goederen zonder te betalen meegegeven. Ik ben hier vorig jaar augustus 2010 mee begonnen. (…) Ik ben hier dan ook mee begonnen door mijn nicht langs te laten komen en gaf haar dan goederen mee. (…) Op een gegeven moment kwam mijn buurvrouw ook in beeld en die nam zelfs haar zus mee. (…) Verder ben ik heel eerlijk naar u toe en wil u dan ook vertellen dat ik zelf ook goederen reserveerde en deze dan aan het einde van de dag meenam. (…) Ik denk dat zij gemiddeld 3 zaterdagen per maand kwamen. Ik gaf gemiddeld zo’n € 350,00 aan goederen mee. Ik gaf hen dan ook minimaal 36 keer het afgelopen jaar goederen mee aan hen. In het totaal praten we dan over zo’n € 12.600,00. (…) Ik ben bereid om het totale bedrag (…) terug te betalen middels inhouding van mijn nog te genieten salaris en of vakantietegoeden, voor het resterende openstaande bedrag ben ik bereid een terugbetalingsregeling te treffen.
d. Op 6 augustus 2011 heeft [appellante] de door haar handgeschreven verklaring ondertekend, inhoudend onder meer:
Ik, [appellante], verklaar hierbij goederen te hebben weggegeven. Ook zelf heb ik
goederen meegenomen. Het weggeven van goederen zal gaan over 3 keer in de maand. In een jaar is dat dan 36 keer. Dat is 350 euro gemiddeld. (…) Schuldbedrag
€ 12.500,00.
e. Op 6 augustus 2011 heeft [appellante] voorts een afbetalingsovereenkomst getekend. In deze overeenkomst erkent [appellante] aan Hema € 13.000,00 (incl. € 500,00
kosten van het fraude onderzoek) schuldig te zijn. Hema is door haar gemachtigd om
eind augustus 2011 eenmalig € 500,00 van de bankrekening van [appellante] af te
schrijven en vanaf oktober 2011 maandelijks € 75,00 via haar bankrekening te incasseren.
f. Vervolgens is [appellante] op staande voet ontslagen. Dit ontslag op staande voet is
aan haar bevestigd bij brief van 6 augustus 2011. Voorts is [appellante] in deze brief
aansprakelijk gesteld voor de door Hema geleden en te lijden schade. De brief
van 6 augustus 2011 is aan [appellante] overhandigd en zij heeft de brief voor gezien
getekend.
g. Op 8 augustus 2011 heeft [R] van R&F Investigations namens Hema
jegens [appellante] aangifte gedaan wegens verduistering in dienstbetrekking in de periode vanaf zaterdag 31 juli 2010 omstreeks 9.00 uur en zaterdag 8 augustus 2011omstreeks 10.15 uur bij de Hema vestiging aan het Osdorpplein in Amsterdam. Van deze aangifte is een proces-verbaal opgemaakt, waarin onder meer het navolgende is opgenomen:
Naar aanleiding van een hoge derving op de mode afdeling en het gegeven dat er
regelmatig kasverschil was op de kassa’s 6 en 7 bij Hema Osdorpplein zijn wij een
onderzoek gestart naar deze kasverschillen. Tijdens ons onderzoek bleek dat verdachte
[appellante] goederen meegaf aan bekenden. Vervolgens zijn wij op zaterdag 06-08-2011 met haar in gesprek gegaan en hebben haar geconfronteerd met onze bevindingen. Zij gaf in dit gesprek aan dat zij inderdaad veelvuldig sinds vorig jaar augustus 2010 goederen meegaf aan haar nicht, buurvrouw en de zus van haar buurvrouw zonder dat zij hiervoor hoefde te betalen. Tevens gaf zij aan dat zij regelmatig zelf goederen zonder te betalen wegnam. Zij deed dit door na het verlaten van de personeelsingang weer via de klanteningang de winkel in te lopen en dan de door haar klaargelegde goederen wegnam bij de kassa ‘s. Uit het gesprek bleek dat zij gedurende die tijd voor een bedrag van in totaal € 12.500,00 aan goederen had meegegeven en zelf meegenomen had zonder hiervoor te betalen.
h. Bij brieven van 13 oktober 2011 en 27 oktober 2011 is [appellante] bericht dat zij
de met Hema overeengekomen betalingsregeling van € 75,00 per maand niet is nagekomen. Zo is een termijnbetaling op 8 oktober 2011 gestorneerd. Hema
heeft aangekondigd dat als [appellante] niet binnen 5 dagen alsnog deze termijnbetaling zou voldoen de betalingsregeling zou vervallen, waarna de restantschuld van € 12.047,46 ineens opeisbaar zou worden.
i. De incasso gemachtigde van Hema heeft [appellante] bij brieven van 15
november 2011, 12 december 2011, 2 januari 2012 en 11 juni 2013 gesommeerd de restantschuld van € 12.047,46, vermeerderd met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, te voldoen.
j. Het openbaar ministerie heeft [appellante] voor de verduistering/diefstal van de mode
artikelen bij Hema strafrechtelijk vervolgd, waarna zij in hoger beroep door het
gerechtshof Amsterdam is veroordeeld tot een werkstaf van 80 uur te vervangen
door 40 dagen jeugddetentie.