Uitspraak
1.[geïntimeerde sub 1],
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven, met een productie;
- memorie van antwoord.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een huurovereenkomst voor woonruimte tussen twee particulieren met de Britse nationaliteit. De appellant, wonende in het Verenigd Koninkrijk, is in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De kantonrechter had geoordeeld dat de huurprijs van € 1.600,00 per maand geldig was en dat artikel 7:258 BW niet van toepassing was, omdat partijen het recht van het Verenigd Koninkrijk van toepassing hadden verklaard. De appellant betwistte dit en stelde dat de huurprijs een all-in prijs was, waarvoor artikel 7:258 BW wel van toepassing zou moeten zijn. De Huurcommissie had eerder de kale huur vastgesteld op € 474,55 per maand en het voorschot op servicekosten op € 118,64 per maand. Het hof oordeelde dat de kantonrechter niet op het verweer van de appellant was ingegaan, maar dat dit niet leidde tot vernietiging van het vonnis. Het hof concludeerde dat artikel 7:258 BW niet van toepassing was, omdat de appellant en de geïntimeerde sub 1 relevante aanknopingspunten met het Verenigd Koninkrijk hadden. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep.