Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Ik heb uw brief van 15 augustus jl. gelezen. (…) Een ander punt is dat ik aluminium profielen heb willen bestellen bij Sapa Aluminium B.V. Sapa weigert mij deze profielen te leveren, omdat u daarvoor geen toestemming zou geven. Dat is obstructie. Ik verzoek u per direct contact op te nemen met Sapa en te regelen dat wij daar profielen kunnen bestellen. Doet u dat niet, dan zal [ik] dat beschouwen als werkweigering.”
Het dreigement om geen salaris te betalen raad ik u niet aan om dat te doen, ik raad u ook aan om met het salaris mijn vakantiegeld uit te betalen. Dan woorden als “werkweigering” als ik niet laat persen op mijn matrijzen lijkt me vreemd als ik in de ziektewet zit en werk weiger, ik laat me niet bedreigen. (…) Ik ben bereid u profielen te leveren onder mijn voorwaarden en niet anders, ik ben helemaal niet verplicht u profielen te leveren.”.
Het onrechtmatig wegnemen van bedrijfseigendommen en het weigeren om mee te werken aan bovengenoemde redelijke instructie, zijn voor mij aanleiding om u op staande voet te ontslaan.”.
3.Beoordeling
- i) Wanneer heeft de arbeidsovereenkomst tussen partijen een aanvang genomen: op 1 oktober 2011 of op 1 december 2011?
- ii) Was op 27 augustus 2013 sprake van een geldig ontslag op staande voet?
- iii) Was op dat moment sprake van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, dan wel een voor onbepaalde tijd? Komt in geval van de afwezigheid van een geldig ontslag op staande voet aan [appellant] loon toe, en zo ja tot welk moment en dient dit loon te worden vermeerderd met de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW en zo ja, met welk percentage?
- iv) Heeft [appellant] nog aanspraak op vakantietoeslag over de periode juni 2012 tot mei 2014?
- v) Komt aan IPD ten laste van [appellant] enig bedrag toe in verband met door [X] ontvangen bedragen?
Een ander punt is dat ik aluminium profielen heb willen bestellen bij Sapa Aluminium B.V. Sapa weigert mij deze profielen te leveren, omdat u daarvoor geen toestemming zou geven. Dat is obstructie. Ik verzoek u per direct contact op te nemen met Sapa en te regelen dat wij daar profielen kunnen bestellen. Doet u dat niet, dan zal [ik] dat beschouwen als werkweigering.”Daarmee moet voor [appellant] voldoende duidelijk zijn geweest dat het niet meewerken aan de levering door IPD als werkweigering, en daarmee als grond voor ontslag op staande voet, zou worden aangemerkt. Het hof is echter met [appellant] van oordeel dat de desbetreffende gedraging van [appellant] , ook in combinatie met de drie andere verwijten, geen dringende reden oplevert. Het hof overweegt daartoe het volgende. Toen [appellant] bij IPD in dienst trad, was het IPD bekend dat [appellant] enig aandeelhouder en bestuurder was van System Trading & Design B.V. IPD heeft niet betwist er van op de hoogte te zijn geweest dat [appellant] via die rechtspersoon de intellectuele eigendomsrechten bezat van de matrijzen, waarmee door Sapa de profielen konden worden gemaakt waaraan IPD in haar onderneming behoefte had. Het had op de weg van IPD gelegen in de arbeidsovereenkomst afspraken te maken over de verhouding tussen het werknemerschap van [appellant] , en zijn genoemde aandeelhouder- en bestuurderschap dan wel zijn intellectuele eigendomsrechten. IPD heeft niet gesteld die afspraken te hebben gemaakt. [appellant] heeft, naar onder andere ter zitting is gebleken, tot de zomer van 2013 meegewerkt aan het door IPD bestellen van genoemde profielen, zonder daarvoor aanspraak te maken op enigerlei vergoeding. [appellant] heeft dat in augustus 2013 wel gedaan, naar zijn zeggen omdat IPD verplichtingen niet nakwam, zoals het betalen van vakantietoeslag. Het hof acht dit door [appellant] gehanteerde drukmiddel – immers het vermengen van zijn hoedanigheid als werknemer met die van aandeelhouder en bestuurder van een andere vennootschap – gelet op zijn verplichting jegens IPD om zich als een goed werknemer te gedragen ongepast, maar niet dermate onzorgvuldig dat dat een dringende reden voor ontslag vormt. Daartoe is mede van belang dat partijen destijds al ernstige meningsverschillen hadden over hun wederzijdse rechten en verplichtingen, waaronder de betaling van de vakantietoeslag 2012/2013 door IPD, alsook dat [appellant] in zijn brief niet categorisch heeft geweigerd mee te werken aan levering door Sapa van de profielen aan IPD, maar dit alleen te willen doen onder zijn voorwaarden. IPD heeft niet gesteld dat deze voorwaarden onredelijk waren: IPD heeft er, naar ter zitting is gebleken, niet eens naar geïnformeerd. Naar het oordeel van het hof bestond dus geen dringende reden voor het gegeven ontslag. De grief faalt.