Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 augustus 2011 tot en met 6 augustus 2011 in de gemeente Amsterdam door geweld en/of een (andere) feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een (andere) feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 augustus 2011 tot en met 6 augustus 2011 in de gemeente Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk één of meer personen, genaamd [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte en/of (één of meer) van zijn mededader(s),
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Het hof stelt vast dat in strijd met de Aanwijzing geen informatief gesprek met aangeefster [slachtoffer] heeft plaatsgevonden. In zoverre is sprake van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek in de zin van art. 359a Sv. Vervolgens dient te worden beoordeeld welke gevolgen op dit verzuim zouden moeten volgen.
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
hij in de periode van 4 augustus 2011 tot en met 6 augustus 2011 in de gemeente Amsterdam door geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) maanden.
teruggave aan [slachtoffer]van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggave aan de verdachtevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 10.000,00 (tienduizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€125,00 (honderdvijfentwintig euro).
€ 10.000,00 (tienduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.