ECLI:NL:GHAMS:2015:4987

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 december 2015
Publicatiedatum
2 december 2015
Zaaknummer
200.168.542/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure tegen Rotterdamse Taxi Centrale RTC N.V. en RTC Franchise B.V.

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 2 december 2015 een beschikking gegeven inzake de verhoging van het bedrag dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Rotterdamse Taxi Centrale RTC N.V. en RTC Franchise B.V. mag kosten. Dit onderzoek was eerder bevolen op 11 september 2015, waarbij het maximale bedrag was vastgesteld op € 50.000, exclusief omzetbelasting. De onderzoeker, mr. P.D. Olden, heeft op 12 november 2015 verzocht om een verhoging van dit bedrag met € 10.000, wat de Ondernemingskamer aan partijen heeft voorgelegd. Partijen hebben echter geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zich over deze verhoging uit te laten.

De Ondernemingskamer heeft de gronden van het verzoek van de onderzoeker beoordeeld, waarbij hij verslag deed van de reeds uitgevoerde werkzaamheden en een planning gaf voor de nog uit te voeren werkzaamheden. De onderzoeker heeft ook de noodzaak van de verhoging van het budget toegelicht, onder verwijzing naar het aantal te interviewen personen, de complexiteit van de materie en de hoeveelheid te bestuderen stukken. De Ondernemingskamer oordeelt dat het verzoek van de onderzoeker voldoende is onderbouwd en niet onredelijk is.

Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen tot € 60.000, exclusief omzetbelasting. Tevens is bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van de betrokken vennootschappen en dat zij aanvullende zekerheid moeten stellen voor de betaling van het verhoogde bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door een collegiaal gezelschap van rechters, met mr. F.L.A. Straathof als griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.168.542/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 2 december 2015
inzake
1.
[verzoeker 1]
(...)
23.
[ verzoeker 23]
VERZOEKERS
advocaten:
mr. P. Haasen
mr. B. Verkerk, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
t e g e n
1. de naamloze vennootschap
ROTTERDAMSE TAXI CENTRALE RTC N.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RTC FRANCHISE B.V.,
beide gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. J.G. Princenen
mr. J.P.D. van de Klift, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
e n t e g e n
1.
[belanghebbende 1]
(...)
60.
[belanghebbende 60]
advocaten: en , beiden kantoorhoudende te Den Haag.
mr. M.E.C. Lokmr. B. Kemp

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen worden hierna verzoekers, RTC, RTC Franchise en belanghebbenden genoemd.
1.2
Bij beschikking van 11 september 2015 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van RTC en RTC Franchise over de periode vanaf 1 januari 2009 en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 50.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. Bij beschikking van 18 september 2015 heeft de Ondernemingskamer mr. P.D. Olden (hierna: de onderzoeker) aangewezen als onderzoeker.
1.3
Op 12 november 2015 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen met € 10.000. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich over deze verhoging uit te laten. Van die gelegenheid hebben partijen geen gebruik gemaakt.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Het verzoek van de onderzoeker maakt deel uit van een voortgangsrapportage, waarin hij verslag doet aan de Ondernemingskamer van de reeds door hem uitgevoerde werkzaamheden en een planning geeft van de nog uit te voeren werkzaamheden. Daarnaast maakt hij daarin melding van de bedragen die hij, vergezeld van een gedetailleerde urenspecificatie, bij RTC en RTC Franchise in rekening heeft gebracht. De onderzoeker geeft bovendien te kennen dat de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget gerechtvaardigd is gelet op het aantal te interviewen personen, de complexe materie en de hoeveelheid te bestuderen stukken.
2.2
De onderzoeker heeft, zo overweegt de Ondernemingskamer, tegen de achtergrond van het vorenoverwogene, de kosten die hij nog verwacht te zullen moeten maken voldoende toegelicht. Het verzoek komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal voormeld verzoek van de onderzoeker dan ook toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 11 september 2015 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Rotterdamse Taxi Centrale RTC N.V. en RTC Franchise B.V., beide gevestigd te Rotterdam, ten hoogste mag kosten tot € 60.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Rotterdamse Taxi Centrale RTC N.V. en RTC Franchise B.V. en dat zij ten behoeve van de onderzoeker op zijn verzoek en op de door hem te bepalen wijze (aanvullende) zekerheid dienen te stellen voor de betaling van (de verhoging van) dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L Broekhuijsen-Molenaar en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en H. de Munnik en mr. J.B.M. Streppel, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 2 december 2015.