ECLI:NL:GHAMS:2015:4798
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beschikking inzake deskundigenonderzoek en uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een minderjarige en het verzoek van de ouders om een deskundigenonderzoek te gelasten. De ouders, die in hoger beroep zijn gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, hebben verzocht om een deskundigenonderzoek naar hun opvoedcapaciteiten en de hechting van de minderjarige aan hen. De rechtbank had eerder het verzoek van de ouders afgewezen en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige verlengd tot 5 april 2016.
Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 25 mei 2012 bij pleegouders verblijft en dat de ouders niet in staat zijn geweest om aan de voorwaarden voor thuisplaatsing te voldoen. De ouders hebben een LAT-relatie en de minderjarige heeft een hechtingsrelatie met de pleegouders. Het hof oordeelt dat het belang van de minderjarige, die inmiddels zes jaar oud is, voorop staat en dat stabiliteit en continuïteit in haar opvoedsituatie essentieel zijn. Het hof concludeert dat een deskundigenonderzoek niet kan bijdragen aan de beslissing van de zaak en dat het belang van de minderjarige zich verzet tegen het uitvoeren van een dergelijk onderzoek.
De ouders hebben aangevoerd dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de opvoedcapaciteiten te beoordelen, maar het hof is van mening dat de huidige hechtingsrelatie met de pleegouders van doorslaggevend belang is. De ouders hebben in het verleden niet voldaan aan de voorwaarden voor thuisplaatsing en het hof acht het risico van onrust voor de minderjarige te groot. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de uithuisplaatsing voor de duur van een jaar noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de ouders af.