Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft klager een tuchtklacht ingediend tegen de notaris, waarbij hij drie verwijten maakt. Ten eerste verwijt klager de notaris dat hij de akte van rectificatie heeft gepasseerd zonder toestemming van de hypotheekhouders, terwijl in een conceptakte stond dat deze toestemming was verleend. Ten tweede heeft de notaris de Vereniging van Eigenaars (VvE) geadviseerd om de splitsingsakte aan te passen aan de feitelijke situatie, in plaats van de feitelijke situatie in overeenstemming te brengen met de bestaande contracten. Ten derde beschuldigt klager de notaris van frauduleus handelen en lichtzinnig omgaan met contracten. Het Gerechtshof Amsterdam heeft de klacht van klager op het tweede onderdeel niet-ontvankelijk verklaard en de overige onderdelen ongegrond verklaard. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer voor het notariaat, waarbij het hof oordeelt dat de notaris terecht heeft gehandeld door de akte van rectificatie te passeren zonder toestemming van de hypotheekhouders, aangezien deze toestemming niet meer vereist was door een eerdere beschikking van de kantonrechter. Ook het advies aan de VvE is tijdig bekend geworden, waardoor de klacht te laat was ingediend. De beschuldigingen van frauduleus handelen zijn niet onderbouwd en worden door het hof verworpen.