In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een commanditaire vennoot, [appellant], tegen de beherende vennoten, [geïntimeerde sub 1] en Daico International B.V., over de aanspraak op een extra winstaandeel en inzage in de administratie van de Argos Bar. De rechtbank had eerder de vorderingen van [appellant] deels toegewezen, maar de vordering tot betaling van een extra winstaandeel van € 50.000,00 en de vordering tot inzage in de administratie waren afgewezen.
[Appellant] heeft in hoger beroep zijn eis verminderd en vordert nu alleen nog het extra winstaandeel en inzage in de administratie. Het hof oordeelt dat [appellant] recht heeft op inzage in de administratie van de Argos Bar, maar dat hij de kosten daarvan zelf moet dragen. Het hof stelt vast dat de partijen het erover eens zijn dat [appellant] inzage moet krijgen in de administratie, en dat de beherende vennoten geen bezwaar hebben tegen deze inzage, mits de kosten voor rekening van [appellant] komen.
Daarnaast oordeelt het hof dat [appellant] recht heeft op het extra winstaandeel van € 50.000,00, afhankelijk van de omzet van de Argos Bar in de komende jaren. Het hof verwijst de zaak naar de rol voor een akte aan de zijde van [appellant] om te bepalen of aan de voorwaarden voor betaling van het extra winstaandeel is voldaan. De verdere beslissingen worden aangehouden, waaronder de vraag of de jaarrekeningen over de jaren 2011 tot en met 2014 nog opgesteld moeten worden.
Het hof beveelt dat [geïntimeerde sub 1] en Daico aan [appellant] inzage dienen te geven in de gehele administratie van de Argos Bar, zoals die zich bij de boekhouder bevindt, en houdt iedere verdere beslissing aan.