Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Het personeel wilde graag doorgaan." en "
De derde vraag was hoe zit het met de financiële kant van de zaak en met die vraag gingen wij naar Linnekamp." alsmede de getuigenverklaring van de tevens aanwezige assistente van [Z], [A]: "
Tijdens het gesprek ging het om de noodzaak om cijfers up to date te krijgen (…)" en de getuigenverklaring van [Z]: "
Ik heb gekeken naar de vraag kan je leven van de zaak en aan de verplichtingen voldoen?" en "
(…) dat tijdens het gesprek is ingezoomd op het risico van de nalatenschap."Het hof neemt vervolgens in aanmerking dat Linnekamp tijdens dat gesprek was verzocht om te adviseren als fiscaal en financieel adviseur bekend met de financiële positie van de eenmanszaak, nu zij immers voordien accountancy diensten en fiscale diensten ten behoeve van de eenmanszaak had verricht en de jaarstukken in de voorafgaande jaren had verzorgd. Van Linnekamp mocht derhalve worden verwacht dat zij als redelijk handelend en redelijk bekwaam fiscaal en financieel adviseur zou adviseren over de financiële risico's van het voortzetten van de eenmanszaak. Naar het oordeel van het hof is Linnekamp daarin tekortgeschoten, en wel om de volgende redenen.
de zorgwekkende situatie" (memorie van antwoord alinea 25) - had Linnekamp ertoe moeten bewegen om, in het kader van het aan haar verzochte advies, [appellante] daarover duidelijk te informeren en te wijzen op de risico's die aan deze financiële situatie waren verbonden in verband met de continuïteit van de onderneming. Dat heeft Linnekamp nagelaten. Naar niet is betwist is alleen ter sprake gekomen een fiscale schuld terzake omzetbelasting. [A] heeft in dit verband als getuige verklaard: "
U vraagt mij of er andere negatieve elementen[dan de belastingschuld, hof]
met betrekking tot de zaak zijn besproken met betrekking tot het voortzetten van de zaak. Dat komt in ieder geval niet bij mij op." en "
U vraagt of er nog andere schulden c.q. problemen in de bespreking zijn genoemd. Naar mijn weten niet. Ook als ik nu nog naar mijn aantekeningen kijk komt er niet iets boven" en, zoals Linnekamp zelf in haar memorie van antwoord heeft gesteld (alinea 15) "
(…) is geen advies gegeven omtrent de onderneming, en de mogelijkheid om die onderneming (succesvol) voort te zetten."
zorgwekkende situatievan de onderneming en, hoewel daar alle aanleiding toe was, nagelaten heeft als de aangezocht adviseur dienaangaande te waarschuwen. Om dezelfde reden gaat niet op de stelling van Linnekamp dat zij nooit gezegd zou hebben dat de onderneming succesvol was. Het gaat er hier immers om dat zij had behoren te zeggen dat de onderneming minst genomen bepaald niet succesvol voorkwam, hetgeen zij niet heeft gedaan.
4.Beslissing
8 december 2015voor een akte aan de zijde van [appellante] als in r.o. 3.6 bedoeld, waarna Linnekamp bij antwoordakte kan reageren.